ZINDELIJKHEIDSTRAINING – WELKE LEEFTIJD, AANPAK EN TIPS!

Elke ouder krijgt ermee te maken; de zindelijkheidstraining van je kind. Een thema dat best wel wat vragen kan oproepen; vanaf welke leeftijd begin je met de zindelijkheidstraining? Welke aanpak is het beste om je kindje zindelijk te maken? Wat als je kleintje wel zindelijk is voor plassen, maar niet voor poepen? Hoe maak je je kind ook zindelijk voor de nacht? Hoe ga je het beste om met bedplassen, ongelukjes of een terugval in zindelijkheid? Wat als je kind bijna 4 is en nog niet zindelijk? In dit artikel komen al deze topics rondom zindelijkheid aan bod!
Wanneer is een kind zindelijk?
Volgens de definitie is een kind zindelijk wanneer het zijn plas en poep kan ophouden en kan wachten met ‘de lozing’ ervan tot een gepast moment en een gepaste plaats. In het verlengde daarvan is zindelijkheidstraining dus het begeleiden van je kind bij het leren controleren van zijn behoeften.
Met welke leeftijd moet een kind zindelijk zijn?
Tegenwoordig ligt de gemiddelde leeftijd waarop kinderen in Nederland overdag zindelijk zijn tussen de 2,5 en 3 jaar. Voor het zindelijk zijn in de nacht ligt dit gemiddelde tussen de 3 en 4 jaar, maar ook als je kind al 6 is en nog niet (helemaal) zindelijk voor de nacht hoef je je geen zorgen te maken. Pas wanneer kinderen na hun 7e nog niet zindelijk zijn voor de nacht, is het raadzaam om eens contact te zoeken met de huisarts.
Wist je trouwens dat kinderen in niet-Westerse landen al veel eerder zindelijk zijn? Daar ligt het gemiddelde rond 1.5 jaar. Vermoedelijk heeft dit ermee te maken dat werkende ouders minder tijd hebben voor de zindelijkheidstraining. Maar ook het hoge absorptievermogen van onze luiers speelt hierin waarschijnlijk een rol.
Op welke leeftijd start je met zindelijkheidstraining?
Experts adviseren om op tijd te beginnen met de zindelijkheidstraining van je kind, bij voorkeur als je kind tussen de 18 en 20 maanden is. Het voordeel van starten op zo’n jonge leeftijd is dat kinderen van die leeftijd erg in de ontdekkende fase zitten (en dus alles interessant vinden) en dat de peuterpuberteit nog moet beginnen. Een ander voordeel van op tijd beginnen met de zindelijkheidstraining is dat jullie nog alle tijd hebben. Begin je pas op latere leeftijd, ontstaat er op een gegeven moment misschien toch wat druk omdat je graag wil dat je kindje zindelijk is voor het naar de basisschool gaat. En die druk kan juist averechts werken…
Hoe weet ik of mijn kind klaar is voor de zindelijkheidstraining?
Hoewel experts dus adviseren om al vroeg te beginnen met de zindelijkheidstraining, is er ook iets voor te zeggen om juist te wachten tot het moment dat je kindje interesse begint te krijgen voor dingen die met zindelijkheid te maken hebben. Je merkt dit bijvoorbeeld doordat je kind met je mee wil als jij naar het toilet gaat en het razend interessant vindt wat daar allemaal gebeurt. Of doordat je ziet dat je kind steeds een bepaalde plek opzoekt om te gaan poepen. Een nadeel van ‘afwachten’ tot je kind interesse begint te krijgen, is dat dit moment niet bij alle kinderen spontaan komt. Dat zou ervoor pleiten om toch als ouder de regie te pakken en te bepalen wanneer je met de zindelijkheidstraining begint. Merk je dat je kindje er helemaal geen interesse in heeft of duidelijke weerstand toont? Dan wordt geadviseerd om het thema nog even te laten rusten en het op een later moment opnieuw op te pakken.
Wat als je kind bijna 4 is en nog niet zindelijk?
In Nederland geldt dat kinderen officieel zindelijk moeten zijn op het moment dat ze naar de basisschool gaan. Een basisschool mag je kind zelfs weigeren als hij nog niet zelf naar de wc kan, omdat luiers verschonen niet in het takenpakket van een basisschoolleerkracht valt. Gelukkig gaan de meeste scholen hier in de praktijk niet zo streng mee om. Is jouw kind nog niet zindelijk als het naar de basisschool gaat en maak je je daar zorgen over? Maak het bespreekbaar in het kennismakingsgesprek met de juf of meester. Eventueel kan er ook in afstemming met de huisarts of schoolarts naar een passende aanpak gezocht worden.
Aan het eind van dit artikel lees je meer over de 5 meest voorkomende problemen bij het zindelijk worden.
Wat heb je nodig als je met de zindelijkheidstraining wil beginnen?
- Potje: deze zijn er in verschillende kleuren, stijlen en maten. Als je de keuze hebt, kan het helpend zijn om te kiezen voor een potje dat je kind aanspreekt qua kleur of afbeelding.
- Wc-bril verkleiner: als je je kind wil leren zijn behoefte op de wc te doen, kun je een wc-bril verkleiner gebruiken die je gemakkelijk op de gewone wc-bril zet.
- Krukje: als je kindje gaat oefenen op de wc, is het handig om een krukje bij het toilet te hebben staan, waarmee je kind op de wc kan klimmen en waar het ook z’n voetjes op kan zetten.
Zindelijkheidstraining: hoe pak je het aan?
Als alle benodigdheden in huis zijn, vraag je je misschien af hoe je de zindelijkheidstraining van je kind het beste kunt aanpakken. Als je online op zoek gaat naar tips, zal je ontdekken dat er verschillende methodieken beschreven zijn. Er zijn zelfs methodes waarbij je kind in 3 dagen (in plaats van het gemiddelde van 3 maanden) zindelijk is. Dit heet de ‘3-day potty training’, mocht je daar geïnteresseerd in zijn. Hieronder vind je een stappenplan dat iets meer tijd in beslag neemt, maar beduidend minder intensief is!
Zindelijkheidstraining: een stappenplan
Stap 1: Laat je kind kennismaken met het potje
De eerste stap is om je kindje kennis te laten maken met het potje. Tijdens deze fase heeft je kindje gewoon nog een luier om. Zet het potje in de woonkamer neer en kies een aantal vaste momenten waarop je je kindje even op het potje zet. Bijvoorbeeld na elk slaapje en hapje. Op die momenten is de kans namelijk het grootst dat hij moet plassen of poepen. Het maakt niet uit als je kindje nog niet begrijpt dat dát de bedoeling is. In deze fase gaat het er vooral om dat je kindje aan het potje went. Maak er daarom ook een leuk moment van als je kind op het potje zit. Je kunt bijvoorbeeld even een boekje voorlezen, een spelletje doen of samen een liedje zingen.
Stap 2: Een succesmoment!
Als je je kind dagelijks op een aantal vaste momenten op het potje laat zitten, moet er een keer een moment komen dat je kind (al dan niet per ongeluk) een plasje in het potje doet. Geef je kind een complimentje, zodat het gaat begrijpen dat dat de bedoeling is als het op het potje zit. Als je kindje gaat poepen terwijl het op het potje zit, begin dan niet te snel met uitbundige enthousiaste reacties. Het is belangrijk dat je kindje rustig kan uitpoepen. Duurt het bij jouw kind wat langer voordat dit eerste succesmoment komt? Blijf geduldig en probeer geen druk op je kind te gaan leggen. Het belangrijkste bij zindelijkheidstraining van je kind is dat dit met warmte en liefde gebeurt. Maak er dus een leuk moment van, zorg dat jullie samen plezier hebben en jaag je kind niet op!
Stap 3: Oefenen, oefenen, oefenen
Na het eerste succesmoment kun je het aantal momenten waarop je je kind op het potje zet wat uitbreiden. Zet je kindje nu bijvoorbeeld na elke maaltijd (dus ook na de hapjes) en na elk slaapje op het potje. Als je kindje doorheeft wat de bedoeling is en dat het een complimentje krijgt als het lukt, is de kans groot dat je kindje ook op andere momenten op het potje wil gaan zitten. Misschien wil het nu zelfs ook al eens proberen op de wc. Met krukje en wc-verkleiner is dat natuurlijk reuze interessant! In deze fase kun je op een gegeven moment ook gaan werken met luierbroekjes, die je kind makkelijk uit kan doen als het op het potje wil. En later natuurlijk met gewone onderbroekjes.
Voor sommige kinderen kan het extra stimulerend zijn om te werken met een klein beloningssysteem. Laat je kind bijvoorbeeld eerst een stickertje kiezen en plakken voor elke keer dat het lukt om op het potje (of de wc) te plassen of poepen. Als dat een tijdje goed gaat, kun je een nieuwe afspraak maken. Je kindje kan dan bijvoorbeeld een stickertje verdienen als het een dagdeel (en later een dag) al z’n behoeften op het potje doet. Let er wel op dat het ontspannen blijft; een keertje een ongelukje kan gebeuren. Een beloningsysteem is vooral bedoeld om je kindje te motiveren om er mee bezig te zijn.
Stap 4: Erop uit zonder luier
Op het moment dat je kindje binnenshuis goed kan aanvoelen en aangeven wanneer het moet plassen of poepen, kun je ook eens gaan proberen om buitenshuis de luier uit te laten. Laat je kindje voor jullie vertrekken nog een keertje op het potje zitten. Probeer verder zoveel mogelijk de vaste momenten aan te houden die jullie thuis ook hanteren (na de maaltijd, na het slaapje). Zeker in het begin is het verstandig om wat extra kleren en eventueel ook een luierbroekje mee te nemen, voor het geval dat!
Stap 5: Zindelijkheid in de nacht
Als je kindje overdag zindelijk is, is de volgende uitdaging om je kind ook voor de nacht zindelijk te laten worden. Vaak gaat dit na een aantal maanden vanzelf. Je kunt ook ’s nachts luierbroekjes gebruiken, zodat je kindje zelf naar de wc kan. Doordat deze broekjes minder goed absorberen dan een echte luier, zal er ook sneller een leereffect optreden. Een tip om de kans op een droge nacht te vergoten, is om je kind ’s avonds niet meer teveel te laten drinken.
In het begin kan het ook helpend zijn om je kind nog even wakker te maken voor een plasje als je zelf naar bed gaat. Merk je dat je kind steeds rond een bepaalde tijd een ongelukje heeft, kun je je kind ook een tijdje voor dat tijdstip wakker maken om nog even een plasje te doen.
>> In dit artikel lees je meer over mogelijke oorzaken van bedplassen en hoe je hiermee om kunt gaan!
Tips bij de zindelijkheidstraining van je kind
Hierboven beschreven we een fasering in het proces van zindelijk worden, dat je hopelijk wat houvast biedt in de manier waarop je de zindelijkheidstraining van je kind kunt aanpakken. Hieronder vind je nog een aantal algemene tips die van pas kunnen komen tijdens de zindelijkheidstraining:
Tip 1: Begin de zindelijkheidstraining in een rustige periode
Zindelijkheidstraining vraagt om aandacht en geduld van jou als ouder. Daarom is het verstandig om hiermee te beginnen in een periode dat je zelf de rust en tijd voelt om hiermee aan de slag te gaan. Veel ouders kiezen er bijvoorbeeld voor om in een vakantie te starten met de zindelijkheidstraining. Maar ook voor je kind geldt dat het fijn is om in een rustige periode te beginnen; dus niet rond een verjaardag of feestmaand.
Tip 2: Kies voor praktische kleding
Het moment waarop je serieus wil gaan starten met de zindelijkheidstraining is wellicht ook een mooi moment om afscheid te nemen van de rompertjes. Al die drukknopjes zijn immers niet bepaald praktisch als je je kindje snel op het potje wil zetten. Je kunt ervoor kiezen om dit moment extra te markeren door samen met je kind ‘grote jongens/meisjes ondergoed’ te kopen.
Tip 3: Onderbroekjes voor zindelijkheidstraining
Wist je dat er naast de luierbroekjes ook speciale uitwasbare oefenbroekjes te koop zijn voor kinderen die zindelijk aan het worden zijn? Je kunt deze broekjes gebruiken als een soort overgang tussen een luierbroekje en een gewone onderbroek. Ze houden een klein ongelukje tegen, maar je kind voelt de nattigheid wel. Dit kan je kind helpen om zich meer bewust te worden van het gevoel dat het moet plassen. Doordat het broekje ook niet meer zo lekker zit als het eenmaal wat nat is, kan je kind daardoor ook net iets meer gemotiveerd raken om op het potje te gaan plassen. Een alternatief dat qua principe lijkt op deze oefenbroekjes, is je kind een gewone onderbroek te laten dragen onder de luier, zodat hij/zij beter voelt wanneer hij/zij plast.
Tip 4: Goede voorbereiding is het halve werk
Ongelukjes horen erbij als je kindje aan het oefenen is met zindelijkheid. Het scheelt als je daarop voorbereid bent. Neem altijd een extra setje kleren mee als je de deur uit gaat. En gebruik een matrasbeschermer als je met de zindelijkheidstraining voor de nacht gaat beginnen om vlekken en geurtjes in bed te voorkomen. Een andere tip voor de nacht; zorg dat je schoon beddengoed bij de hand hebt, zodat je ook midden in de nacht het bed zo verschoond hebt.
Tip 5: Hou het positief
In het verlengde van voorgaande tip; ongelukjes horen erbij. Blijf positief als je kind zo nu en dan een ongelukje heeft. Laat je kind weten dat ongelukjes erbij horen, dat dat helemaal niet erg is en dat het de volgende keer gewoon weer kan proberen om wel op tijd naar het potje of de wc te gaan. Merk je dat de zindelijkheidstraining toch veel strijd en negativiteit oplevert? Laat het dan even rusten en pak het op een later moment weer op.
De 5 meest voorkomende problemen bij het zindelijk worden
Het komt vaak voor dat ouders al enthousiast denken dat hun kind al bijna zindelijk is, zodra het een aantal keren gelukt is om op het potje te plassen. Toch kan er ook dan nog een lange weg te gaan zijn. Bijvoorbeeld doordat je kind opeens een terugval heeft of doordat het niet lukt om ’s nachts zindelijk te worden. Hieronder lees je meer over de meest voorkomende ‘problemen’ rondom het zindelijk worden van kinderen voor je op een rij!
1. Ongelukjes/broekplassen
Als kinderen net zindelijk zijn, komen ‘ongelukjes’ vaak voor. Weer een natte broek, weer het beddengoed wassen; als ouder kun je er soms moedeloos van worden! Maar ook bij kinderen die al wat ouder zijn, kunnen ongelukjes nog regelmatig voorkomen. Wist je dat zo’n 7% van de kinderen tussen de 4 en 7 jaar nog regelmatig in z’n broek plast? Het is dus niet heel zeldzaam als je kind al wat ouder is en nog regelmatig ongelukjes heeft, maar wel goed om wat extra aandacht aan te besteden. Naarmate je kind ouder wordt, wordt het broekplassen immers steeds vervelender. Je kind kan erdoor gepest worden op school of als het met andere kinderen speelt of sport. Dit kan leiden tot verminderde schoolprestaties en kan het zelfvertrouwen aantasten.
In het artikel ‘Broekplassen; oorzaken en tips voor het omgaan met ongelukjes’ lees je er meer over!
2. Terugval in zindelijkheid
Een tijdelijke terugval in zindelijk komt regelmatig voor en is dus niet direct iets om je zorgen over te maken. De ontwikkeling van kinderen gaat nu eenmaal met ups en downs. Wel is het goed om aandacht te hebben voor de oorzaken van de terugval in zindelijkheid die je kind ervaart. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met een grote verandering in het leven van je kind, zoals gezinsuitbreiding, een verhuizing of de scheiding van ouders. Of met gebeurtenissen die je kind spannend vindt, zoals het naar school gaan of een verjaardag of logeerpartijtje.
In het artikel ‘Mijn kind heeft een terugval in zindelijkheid, wat nu?’ lees je er meer over!
3. Bedplassen
De meeste kinderen die overdag zindelijk zijn, zullen na een aantal maanden ook ’s nachts zindelijk zijn. Voor sommige kinderen geldt dat ze ook in de kleuterleeftijd ’s nachts nog niet zindelijk zijn. Dat komt geregeld voor en is niet direct een reden tot zorg. Pas als kinderen na de kleuterleeftijd nog geregeld in bed plassen, wordt dit steeds meer als een probleem ervaren. Uit cijfers van het Kenniscentrum Bedplassen blijkt dat ruim 15% van alle zesjarigen en 5% van de tienjarigen ’s nachts nog niet droog zijn. Ook blijkt dat bedplassen vaker voorkomt bij jongens en dat erfelijkheid een rol speelt.
Meer over bedplassen lees je in het artikel ‘Bedplassen bij kinderen; oorzaken en tips!’
4. Als je kind niet op de wc durft of angst heeft om te poepen
Als je kind niet op de wc durft of bang is om te poepen, is er sprake van angst. Angsten horen bij de normale ontwikkeling van ieder kind. Het wordt echter een probleem als de angst de zindelijkheidsontwikkeling stagneert of belemmert. Wat je in dat geval kunt doen, is je kind zo goed mogelijk begeleiden in het omgaan met zijn angsten. Dit doe je door de angst van je kind serieus te nemen en erover te praten met je kind. Voor je kind is het belangrijk te ervaren dat er naar zijn/haar beleving geluisterd wordt en dat het op jouw steun kan rekenen.
In dit artikel lees je meer over wat je kunt doen als je kind niet op de wc durft te plassen of poepen.
5. Obstipatie
 Als kinderen niet goed naar de wc kunnen om te poepen, dan kan er sprake zijn van verstopping of obstipatie. Dit komt vaak voor bij kinderen. We spreken van obstipatie als de ontlasting minder dan drie keer per week komt, hard is en je kind het alleen kwijt kan door hard te persen. Verstopping ontstaat doordat ontlasting te lang in de dikke darm zit. In de dikke darm wordt vocht onttrokken aan de ontlasting. Hoe langer de ontlasting in de dikke darm zit, hoe harder en droger de ontlasting wordt. Er zijn verschillende oorzaken bekend voor obstipatie. Denk aan voeding, leefstijl en spanningen/stress.
In de artikels ‘Hoe vaak poept een kind’ en ‘Als poepen niet wil lukken’ lees je meer over obstipatie bij kinderen.
Bronnen:
We hopen dat dit artikel je geholpen heeft. Wil je meer weten of heb je nog vragen? Chat met ons! We denken graag met je mee.