PESTEN PAK JE SAMEN AAN!

In gesprek met Marlies Kraan
In gesprek met Marlies KraanVan Kanjerkraan Praktijk voor Orthopedagogiek Epen

In 2018 was het thema van de landelijke Week tegen Pesten ‘Laat je Zien!’. Een oproep aan alle leerkrachten om te investeren in écht contact met kinderen. Om daarmee vertrouwen te winnen en de drempel voor leerlingen om de leerkracht te betrekken als er sprake is van pestproblematiek te verlagen. Op dit moment durven leerlingen slechts in 4% van de pestgevallen naar de leerkracht te stappen om te vertellen wat er zich afspeelt in de klas. Dit is veel te weinig en dat moet anders!

Wij gingen in gesprek over dit thema met Marlies Kraan van Kanjerkraan, Praktijk voor Orthopedagogiek in Epen. In deze praktijk wordt gewerkt vanuit de visie van de Kanjertraining; een methodiek die inhoudelijk erg aansluit bij dit thema van de Week tegen Pesten. In dit artikel lees je hoe het gedachtegoed van de Kanjertraining kan helpen om pestproblematiek te voorkomen en te stoppen.

In de klas gebeurt het…

“De leerkracht speelt een hele grote rol bij het voorkomen of aanpakken van pesten. School is immers de plek waar kinderen allemaal samen zijn en waar je als kind heel kwetsbaar kan zijn. Doordat je de stof heel moeilijk vindt. Of omdat je een gedragsstoornis hebt, waardoor je bijvoorbeeld de sociale interactie niet zo goed begrijpt of heel impulsief reageert. Of omdat je hoogbegaafd bent en steeds ‘profesoortje’ wordt genoemd. Al die kinderen zitten samen in een klas en daar gebeurt het. En wat daar gebeurt, wordt ook doorgetrokken op het schoolplein, op straat of bij een vereniging of clubje. En soms ook thuis; als ouders zich ermee gaan bemoeien.”

Pesten en plagen

“Er is natuurlijk een verschil tussen pesten en plagen. Een keertje pesten of gepest worden hoort erbij. Dat hebben we allemaal wel eens meegemaakt en daar leer je van. Maar structureel pesten is heel destructief voor kinderen. Dat moet stoppen. Bij de Kanjertraining leren we kinderen hoe ze op een goede manier voor zichzelf kunnen opkomen in dit soort situaties. ‘Stop, hou op!’ en vervolgens het negatieve gedrag van de ander negeren, kan goed werken in een 1-op-1-situatie tussen twee kinderen. Maar op het moment dat een kind door een groepje gepest wordt, leren wij de kinderen om hulp te gaan halen. En dat vraagt om twee dingen; andere kinderen die bereid zijn om te helpen en een leerkracht die beschikbaar is!”

Pesten pak je samen aan

“Een pestprobleem oplossen kun je namelijk ook niet alleen”, vervolgt Marlies haar verhaal. “Daar heb je het hele systeem voor nodig; de pesters, het slachtoffer, het groepje er omheen, de leerkracht en de ouders. Wat je in de praktijk vaak ziet gebeuren, is dat een kind dat gepest wordt ‘stop, hou op’ heeft gezegd en dan naar de juf gaat. De juf is op dat moment druk bezig en zegt ‘ik kom zo’, maar komt vervolgens niet meer. Terwijl als een groepje kinderen iets komt melden, het vaak anders gaat. Daarom leren wij kinderen die gepest worden om aan te haken bij een vriendje en samen naar de juf te gaan. Ook kun je dat ‘groepje er omheen’ trainen om het te komen melden als ze iets vervelends zien gebeuren. Of om het slachtoffer te helpen door te zeggen ‘hou eens op met dat vervelende gedoe’. En dat bereik je meestal niet vanzelf, want kinderen zijn vaak eerder geneigd om zelf bij de populaire groep te willen horen dan de zielenpiet te helpen…”

De rol van de leerkracht

“In al deze dingen kan de leerkracht een hele bepalende rol spelen. Door heel alert te zijn op signalen van pestgedrag en dit serieus uit te zoeken. Door in gesprek te gaan met individuele leerlingen. En met de klas gesprekken te voeren. Het is belangrijk dat een leerkracht echt oog heeft voor de leerlingen in de klas. 95% van de kinderen wil het goede, wil het leuk hebben op school. Het is de kunst om door het negatieve gedrag van een kind heen te kijken en op tafel te krijgen wat hieraan ten grondslag ligt. Ga dus in gesprek met een kind dat vaak storend gedrag laat zien, investeer in de relatie. In plaats van een kind steeds opnieuw ten overstaan van de hele klas op z’n nummer te zetten.”

Positieve insteek

“Kinderen die andere kinderen pesten hebben zelf namelijk vaak van alles meegemaakt. En zijn gewend geraakt om steeds negatieve reacties te krijgen uit hun omgeving. Waardoor ze op een gegeven moment ook niet meer gemotiveerd zijn om te proberen het goed te doen. Door deze spiraal te doorbreken en te focussen op het gewenste gedrag, kun je veel bereiken. In de Kanjertraining leren we kinderen dan ook om op een positieve manier feedback te geven aan elkaar. Waardoor zo’n pestkop bijvoorbeeld van zijn klasgenootjes te horen krijgt van ‘we zouden het eigenlijk veel leuker vinden als jij je ook gewoon aan de regels houdt en niet altijd de baas speelt’. Vaak komt dat bij een kind veel meer binnen dan de zoveelste preek van ouders of een leerkracht.”

Oog voor de gevolgen

“Waar we in de Kanjertraining ook veel aandacht voor hebben, is kinderen bewust maken van de gevolgen van hun gedrag. Dit kun je doen door als je met een kind in gesprek gaat, vragen te stellen die hem laten nadenken over het eigen gedrag. ‘Wat heb je gedaan? Wat voelde je daarbij? En wat dacht je op dat moment? Wat zijn de gevolgen daarvan?’ Bijvoorbeeld; ‘Dat kindje is nu aan het huilen, was dat echt je bedoeling? Had het ook anders gekund? Hoe zou je dat doen?’ Op deze manier leren kinderen dat ze een keuze hebben in hoe ze reageren in bepaalde situaties. En dat je met bepaald gedrag veel meer mensen uit je omgeving blij maakt dan met ander gedrag.”

Meer weten?

Lees ook 7 tips voor leerkrachten in het omgaan met pesten van Marlies Kraan.

Meer informatie over de Kanjerkraan vind je op: www.kanjerkraan.nl. En voor meer informatie over de Kanjertraining kun je terecht op: kanjertraining.nl.