OPGROEIEN IN ARMOEDE? 1 OP DE 8 KINDEREN IN LIMBURG OVERKOMT HET!

In gesprek met Rianne Reijs
In gesprek met Rianne ReijsJeugdarts GGD

Feestjes afzeggen omdat je geen cadeautje hebt. Niet op voetbal of ballet. Lopen naar school, bij gebrek aan een fiets. En niet iedere dag een warme maaltijd. Dit is de realiteit als je opgroeit onder de armoedegrens. In Limburg geldt dat voor één op de acht kinderen. In onze regio groeien alleen al in Maastricht ongeveer 2900 kinderen op in armoede. Geldgebrek bij ouders belemmert de ontwikkeling van hun kinderen. Uitsluiting omdat je niet mee kunt doen en een leerachterstand liggen op de loer. Zo gaat armoede vaker generaties mee in een familie.

Jeugdarts Rianne Reijs ziet het in haar werk dagelijks. Zij kan het niet verkroppen dat de kansen op gezondheid en ontwikkeling niet eerlijk verdeeld zijn onder de Nederlandse jeugd. ‘Armoede hangt samen met gezondheid nu en later. Daarom is het een belangrijk onderwerp voor de jeugdgezondheidszorg en voor mij als jeugdarts.’

Armoede geeft stress in het gezin

‘Bij armoede in een gezin is er niet alleen minder keuze, maar ook meer en langdurige stress. Kinderen voelen deze stress en dit werkt door op hun ontwikkeling. Sommigen worden er druk van, of afwezig, of krijgen er buikpijn van. Hoe goed ouders ook hun best doen de stress bij de kinderen weg te houden, armoede maakt het moeilijker om een kind zo goed mogelijk tot bloei te laten komen. Armoede heeft op verschillende manieren effect op de gezondheid van het kind, nu en later als volwassene. Dat is geen leuke boodschap en het is er een die gemeentes en mensen die betrokken zijn bij zorg en beleid voor kinderen, ter harte moeten nemen.’ 

Ervaringen van kinderen die in armoede leven

In een onderzoek in opdracht van de Kinderombudsman (Steketee, 2013) werd een grote groep kinderen die in armoede leven, gevraagd naar hoe ze dit ervaren. Het merendeel van de kinderen ervaart het leven in armoede als buitengewoon vervelend. Deze kinderen worden dagelijks met het geldgebrek geconfronteerd. Ze maken zich zorgen over de armoedesituatie thuis, één op de drie kinderen zelfs elke dag. Deze ongerustheid is vooral gericht op geldproblemen, maar ook op de angst om bijvoorbeeld uit huis te worden gezet, geen eten of spullen te hebben of nog meer schulden te maken. Bij ongeveer een kwart van de geïnterviewde kinderen en jongeren leidt dit tot fysieke of psychische klachten zoals hoofdpijn, buikpijn of tekenen van vermoeidheid. Veel kinderen hebben het gevoel dat ze niets aan hun situatie kunnen veranderen. Ze voelen schaamte, jaloezie of uitsluiting omdat hun leeftijdgenoten veel meer hebben en kunnen doen. Ook kunnen ze verdriet of woede voelen als hun ouders hen steeds dingen ontzeggen en sommige kinderen nemen de zorgen van hun ouders over.

Gelijke rechten, maar geen gelijke kansen?

‘Als mensen hebben wij allemaal gelijke rechten en daarbij horen gelijke kansen. Dat zou voor alle kinderen, in Nederland en daarbuiten, moeten gelden. Kinderen horen relatief zorgeloos op te groeien. Maar de realiteit is anders. Waar je wieg staat bepaalt vaak ook je kansen op gezondheid. De eerste 20 jaar bepalen veel in een mensenleven, als jeugdarts probeer ik in die periode bij te dragen aan de kansen van kinderen. Wanneer dit door bijvoorbeeld armoede niet goed gaat, dan vind ik het een opdracht voor jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen om hier verandering in te brengen.’

Vertrouwen in de toekomst, geeft ouders rust

‘Mensen komen natuurlijk niet op mijn spreekuur om over hun armoede te praten. Dat is ook niet de bedoeling, daarvoor kun je beter bij maatschappelijk werk terecht. Wat wel kan gebeuren, is dat er bij het uitzoeken van een medisch of ontwikkelingsprobleem, of bij een van de onderzoeken waarvoor we alle kinderen uitnodigen (zoals het kleuteronderzoek), financiële problemen op tafel komen. Samen met ouders kijk ik dan wat ik kan doen, wie we erbij kunnen halen. Dat kan heel klein zijn (een kind slaapt slecht omdat er geen bed is: waar halen we een bed vandaan?) of heel groot en het begin van een lang schuldsaneringstraject. Dan gaat het over de oplossing op lange termijn, maar ook over het verlichten van de situatie nu. Een bed, een potje om de overblijfkosten uit te betalen, of het schoolreisje en een sportclub, kan voor ouders en kinderen heel veel betekenen. Als het lukt ouders weer vertrouwen in de toekomst te geven, brengt dat rust.’

Rianne Reijs is arts Maatschappij en Gezondheid. Ze werkt als staf- en jeugdarts bij de GGD Zuid Limburg.