HOE IK OMGA MET DE PEUTERPUBERTEIT EN STRIJD PROBEER TE VOORKOMEN

Mijn eerste kind (Xavi) heeft de peuterpuberteit met glans doorstaan. Er was wel eens strijd, maar over het algemeen was hij een makkelijke peuter. Ongeveer 1,5 jaar na Xavi werd Bent geboren. Na de eerste nacht samen merkte ik al dat dit een ander kaliber baby was. Een pittige. Eentje met een hele heftige eigen wil – lijkt hij toch een beetje op mama – en veel temperament. Al voordat Bent 2 jaar werd kreeg ik te maken met een échte peuterpuber. Strijd om werkelijk alles! Om alles? Ja, echt om alles. Alles is nee. Ik kan er een boek over schrijven. Zo ziet een dag er bij ons soms uit:
Battle round #1: aankleden
’s Ochtends rond een uur of zeven meldt Bent zich: mamaaaa. Even stil blijven liggen en rustig wakker worden, kan Bent niet. Hij staat meteen aan en moet uit bed. Hij is net 2,5 en kan eventueel al zelf uit zijn ledikant klimmen als het hem te lang duurt, maar ik vertel hem duidelijk dat ik hem kom halen. Hij begrijpt dit en blijft dan meestal braaf wachten totdat ik hem uit bed pak. Dan knuffelen we nog even lekker in bed.
Zodra de dag echt begint, begint ook onze eerste battle. Aankleden. Pyjama uitdoen, nee! Luier verschonen, vaak onmogelijk. En o-wee als ik de verkeerde sokken heb gepakt. Die sokken gaat hij écht niet aandoen (nu ben ik ook niet zo goed met de juiste sokken bij elkaar houden… maar het leven is te kort om steeds dezelfde sokken bij elkaar te zoeken). Bent trekt ze uit, al is het maar om te laten merken dat het weer zo’n dag is.
Zo ga ik hiermee om
Mij interesseert het oprecht niet welke sokken Bent aan doet, of ze hetzelfde zijn of dat hij überhaupt sokken aan wil. Ik ga de strijd niet aan en laat dit duidelijk merken. Soms – als ik er energie voor heb – geef ik wat meer uitleg waarom het beter is om wel sokken te dragen. “Prima, dan doe je ze niet aan. Het is wel koud aan de voetjes zonder sokken” en meestal loop ik daarna weg om mijn andere zoontje te helpen of mezelf te verzorgen. Ik heb nog veel te doen en het sokkendrama laat ik zo snel mogelijk achter me. Wat ook vaker helpt om de strijd te voorkomen is Bent een keuze te geven: Ga je jezelf aankleden (wat ‘ie nog niet kan) of moet Mama jou helpen?
Battle round #2: het ontbijt (klaarmaken)
Met twee peuters in huis is een dag zonder drama rondom het ontbijt écht een fantastische dag. Jammer dat dit bijna nooit voorkomt, want ze willen allebei heel graag ‘helpen’ en vaak hetzelfde bordje, lepeltje of kleur bekertje. Op wat geruzie over wie op welke stoel mag staan na, gaat dit best goed. Ze mogen zelf kiezen uit twee ontbijtopties en de regel is dat ze dit dan ook moeten opeten. Voor Bent weer een goede reden om de regels uit te testen. Bent wil pap, Mama maakt pap, Bent niet pap, Bent boterham eten; zegt hij terwijl hij lachend zijn bordje pap wegschuift.
Zo ga ik hiermee om
Voor mij is dit een duidelijke nee! Maar ik zeg: “Ja Bent, jij mag een boterham zodra je de pap op hebt”. Je zou zeggen dat dit best een oké antwoord is, maar voor Bent is dit een reden om zijn zin flink door te drammen. Soms met een driftbui tot gevolg omdat ik niet meer reageer op zijn gedram. Hoe ik met zijn driftbui om moet gaan, ben ik nog aan het ontdekken. Soms breng ik hem naar de gang, soms ga ik in de total ignore modus en soms probeer ik een pedagogisch verantwoorde techniek door begrip te tonen voor de situatie en zijn gevoelens.
Battle round #3: naar de kinderopvang
Schoenen aan, nee! Jas aan, nee. Sjaal aan, nee, uit. Persé de appel vast willen houden en tien keer op de grond laten vallen. Niet in de autostoel willen zitten, maar op het middenstuk. Het klinkt zo vermoeiend terwijl ik het opschrijf en dat is het ook. Uiteindelijk lukt het toch altijd om de kids veilig en aangekleed naar de opvang te rijden, maar dan bedenkt Bent zich dat hij het stukje tot naar zijn peuterklasje gedragen wil worden. Doet Mama dit niet, dan blijft hij staan of gaat hij zelfs op de grond zitten (schreeuwen dat ik hem moet dragen).
Zo ga ik hiermee om
Bent weegt bijna 15 kilo en is prima in staat zelf te lopen. Ik heb mijn handen vol aan de tassen en het is niet dat ik hem vraag een uur met mij te hiken. Meestal probeer ik hem te verleiden met iets dat hij leuk vindt: “Wil jij op de knopjes duwen om de deur te openen?” Of, weer een keuze: Ga je snel of langzaam lopen? Soms neemt hij genoegen als ik hem mijn hand rijk, omdat ‘ie inmiddels weet dat ik hem niet ga dragen.
Battle round #4: dubbele strijd
Het stuk van het ophalen van de kinderopvang en naar huis, sla ik even over. Na zo’n lange dag zijn beide kinderen moe en licht ontvlambaar. Samen spelen gaat tegenwoordig steeds beter, maar als één van de twee een dwarse bui heeft, dan is het feest. Denk aan speelgoed afpakken, voor expres iets weggooien waar de ander mee bezig was, dingen op de grond gooien en klieren.
Zo ga ik hiermee om
Niet.
Ik denk dat het voor elke ouder één van de meest vermoeiende en irritante situatie is op een dag. Kinderen die ruzie maken en dus allebei luid zijn, elkaar pijn (willen) doen en huilen. Je voelt je een politieagent en je kunt het nooit voor beide kinderen goed doen. Dingen die ik vaker zeg of doe:
- Geef elkaar wat ruimte als samen spelen even niet gaat.
- Geef het speeltje terug en wacht tot de ander er klaar mee is, dan zal hij het jou geven.
- Slaan doet pijn, terwijl ik de gebeten hond troost bied.
- Maar ook schreeuwend: Niet doen! Stop daarmee. Niet slaan. Als je met je speelgoed gaat gooien, dan gooi ik het in de prullenbak. Moet Mama je op de gang zetten? – en andere loze dreigementen.
Bent gooit ook vaker iets expres op de grond. Effe kijken hoe mama hier nu weer op reageert. Inmiddels weet Bent dat hij het speelgoed zelf aan het opruimen komt. Voorheen duurde het soms wel 15 minuten voordat hij het ging opruimen, maar inmiddels weet hij dat hij die strijd niet wint.
Battle round #5: de laatste test
Voordat Bent de strijdbijl erbij neergooit, moet ik eerst nog een aantal testvragen doorstaan. Denk aan het vragen van een koekje, net voor het avondeten. Of het vragen van zijn speen, die hij eigenlijk alleen in bed mag. Of dat hij wil gaan kleien of met het zand spelen, net als ik de tafel aan het dekken ben. De blik in zijn ogen verraadt dat hij het antwoord eigenlijk al weet.
Zo ga ik hiermee om
Ik probeer zo min mogelijk ‘nee’ te verkopen of te zeggen dat iets niet mag, dus ik verdraai mijn antwoorden. “We gaan zo eten Bent en na het eten mag je een toetje of koekje”. “De speen is voor in bed, wil je al naar bed?”. “Morgen is weer een dag en dan gaan we kleien!”. Geslaagd voor de test.

Geen strijd meer tijdens het avondeten
Meestal gaat het avondeten erg goed, zeker met Bent. Hij is 2,5 jaar en met 15 kilo op de weegschaal komt hij niets tekort. Als hij een keertje minder goed eet of weinig trek heeft, dan push ik vrijwel nooit om iets te eten. Soms probeert Bent ons wel uit de tent te lokken door demonstratief te laten merken dat hij niet gaat eten. Ons antwoord is altijd: Oké, dan eet je niet. En we zetten zijn bord aan de kant. Juist dan wil meneertje erg graag zijn bordje terug en eten.
Meestal verloopt de rest van de avond zonder al te veel strijd… behalve naar bed gaan uiteraard. Dat is nooit zijn favoriete bezigheid geweest.
Het is maar een fase, maar wel een pittige
Hoe vaak hoor je als moeder wel niet dat het een fase is en dat het voorbij gaat? Ik weet dat het een fase is, maar ik vind het wel een irritante fase. Doodvermoeiend om op alles de hele tijd ‘nee’ te horen en als ‘ie niet zijn zin krijg een serenade van gekrijs te moeten temperen. 15 keer per dag. En dat om sokken, de blauwe beker, een sjaal of iets anders wat hij niet wil.
Wanneer het antwoord niet ‘nee’ mag zijn, dan moet je de vraag ook niet zo stellen dat ‘nee’ het antwoord kan zijn. Dat werkt inderdaad echt perfect bij mijn eerste zoon, maar bij Bent vaak niet. Hij zegt gewoon heel vaak ‘nee’ of ‘niet’. Ik vind het soms lastig om continu na te moeten denken voordat ik een antwoord geef. Omdat mijn eigen natuurlijke reactie op zijn gedrag ook vaak lijkt op die van een tweejarige peuter die zijn zin niet krijgt.
Tips om de strijd te voorkomen
Die heb ik niet 😊. In mijn ogen is strijd niet te voorkomen. Het hoort erbij en het draagt bij aan hun ontwikkeling en opvoeding. Elke dag denk ik: morgen ga ik vet relaxed doen, ga ik rustiger reageren op dat tenenkrommend gedrag. Vaak lukt dit dan ook, maar omdat dit zo’n lange faaaase is, zijn er ook dagen bij zoals bovenstaande. Strijd en een geïrriteerde mama. Dus:
- Heb geduld.
- Jij beslist wanneer je de strijd aangaat (bijvoorbeeld bij dingen die je belangrijk vindt voor hun opvoeding).
- Verder, keep calm – het is maar een krijsende peuter die zijn zin niet krijgt – blijf consequent en wees niet boos op jezelf wanneer dit een keertje niet lukt.
Hoewel je het na dit artikel bijna niet meer kan voorstellen, wil ik toch even zeggen dat Bent écht de meest schattige en vrolijke peuterpuber ooit is. Hij is heel zorgzaam, wil heel graag betrokken worden bij alles, is slim, erg enthousiast, humoristisch en kan voor zijn leeftijd echt al heel goed samen spelen. Ik kijk al uit naar de échte pubertijd!
Groetjes,
Evy
Leeftijd: 30 something
Gezin: Getrouwd met Mike, moeder van Xavi (4) en Bent (2,5).
Hobby’s: Lekker uiteten, reizen (plannen), schrijven over mijn reizen en ervaringen, Netflixen en natuurlijk knuffelen met Xavi en Bent.
Guilty Pleasure: Een middagdutje doen samen met de kids.
Opvoedmotto: Choose your battles. Om niet van alles een strijd te maken, kies ik de dingen die ik écht belangrijk vindt. Verder combineer ik positief opvoeden met mijn eigen traditionelere opvoeding.
Mijn ultieme mama-geniet-moment: Wanneer Xavi en Bent lief zijn voor elkaar, of echt samen spelen, dan loop ik over van liefde.
Blogs van Evy