MENINGSVERSCHILLEN EN CONFLICTEN MET JE PUBER? ZO PAK JE HET AAN!
Het is even wennen als je kind ineens niet meer alles zomaar van je aanneemt en er discussies ontstaan over van alles en nog wat. Je kind zit in de puberteit. En dat vraagt stilaan een aanpassing van regels en gewoontes. Je kind ontwikkelt immers zijn of haar identiteit en daagt jou daarbij uit. En dat kan best pittig zijn: met meningsverschillen en conflicten tot gevolg. Want een puber wil alles zelf beslissen en reageert niet altijd even tactvol op je ouderlijke bezorgdheid. Hoe ga je daarmee om? Hoe bewaar je het evenwicht tussen loslaten en begrenzen? Marielle Nolte en Saskia Vossen van Trajekt vertellen meer!
De puberteit en conflicten, hoe zit dat?
“De puberteit is een levensfase waarin de jongere probeert zelfstandig te worden en los te komen van zijn ouders. Dus ook van de mening van zijn ouders. De puber heeft een sterke behoefte een eigen beeld te ontwikkelen en daarin serieus genomen te worden. Het is een overgang die geleidelijk aan verloopt, waardoor het voor ouders niet altijd even makkelijk te herkennen is wanneer je kind hieraan toe is. Ieder kind is immers anders en waar het ene kind vroeg in de puberteit komt, komt het andere kind pas later in de puberteit. Een goed moment om te herkennen dat deze fase is begonnen, is wanneer je merkt dat je kind ineens niet meer alles zomaar van je aanneemt.”
Hoe ga je hiermee om?
“Je vraagt je dan misschien af waar deze eigen mening vandaan komt. Heeft je kind dit bijvoorbeeld gehoord van een andere volwassene en praat hij of zij na? Dit is een goed moment om in gesprek te gaan met je kind en nieuwsgierig te zijn naar hoe hij of zij die mening heeft gevormd. Je kind is steeds meer in staat samen met jou als ouder het gesprek aan te gaan. Dus maak hier gebruik van en probeer nieuwsgierig te zijn naar de mening van je kind. Leg ook uit hoe jij tot jouw mening bent gekomen. Dat zorgt ervoor dat je kind begrijpt waar jouw ideeën vandaan komen. Het opleggen van jouw mening bij je kind zorgt voor alleen maar meer frustratie en weerstand.”
Moet je steeds de discussie met je puber aangaan?
“Het is de vraag wat het doel is van de discussie. Ben je elkaar aan het overtuigen? Of wil je samen sparren/nadenken over een situatie. Wat je vaak ziet bij discussies is dat er niet meer naar elkaar geluisterd wordt. Je probeert elkaar te overtuigen van je mening. Accepteer dat ieder zijn eigen mening kan hebben en kijk of je elkaar kan ontmoeten in het midden. Betrek je puber erbij en vraag hem hoe hij denkt dat het wel zou lukken? Dan wordt het ook iets van jullie samen en niet alleen maar van jou als ouder.”
Hoe kun je met respect voor ieders mening de discussie voeren?
“De belangrijkste elementen van een goed gesprek is de alom bekende LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Ben nieuwsgierig naar je kind. Wat hij of zij zegt mag er zijn, ook al denk jij er anders over. Het gelijk verdedigen of uit de wind slaan van wat je kind zegt, zorgt ervoor dat de figuurlijke ‘deur’ op slot gaat. Grote kans dat je kind niks meer gaat zeggen, want er wordt toch niet naar geluisterd. Check bij elkaar of je elkaar goed hebt begrepen. Vraag je puber ook of hij/zij jou ook heeft begrepen. Vermijd het overtuigen van elkaar, want daarin luister je niet naar elkaars standpunt.”
Hoe en wanneer stel je grenzen aan je puber?
“Het is belangrijk om je als ouder tijdig af te vragen waar jouw harde grenzen liggen. Over welke thema’s mag je kind meebeslissen en over welke thema’s niet? Ben daar vooraf ook duidelijk over naar je puber, zodat je kind weet waar hij of zij aan toe is. Als het gaat om consequenties over het niet naleven van de regels; laat je puber meedenken over wat redelijke consequenties zijn. Dan kun je daar ook op wijzen als hij of zij de regels niet naleeft.”
Hoe voorkom je dat een meningsverschil een ruzie wordt?
“Zodra er tijdens een gesprek hevige emoties, zoals boosheid of irritatie, om de hoek komen kijken of een stem wordt verheven, is het een goed moment om het gesprek even te pauzeren. Las een pauze in en neem de tijd om even tot rust te komen en na te denken. Je kunt jezelf afvragen: Hoe zit het met het luisteren? Luister je nog wel naar elkaar? Wat zorgde nu voor die irritatie en wat zegt jou dit? Wat ging er goed in het gesprek? Wat bewonder je aan de ander?
Zodra emoties de overhand nemen in een gesprek, is goed nadenken erg lastig. Het zogenaamde zoogdierenbrein ook wel limbisch systeem neemt het over, waardoor je reageert op die ene negatieve ervaring of irritatie en kan het zijn dat je dingen zegt die je niet echt meent. En bij je puber roept dezelfde prikkel in het limbisch systeem nog veel meer emotionele reactie op. Dit heeft te maken met de werking van het puberbrein. Na een goede rustpauze als de emoties weer meer in toom zijn, kunnen jullie rationeel de informatie beter verwerken en adequater naar elkaar reageren.”
Hoe laat je je kind wat meer los?
“Als ouder laat je je kind nooit helemaal los, maar in de pubertijd geef je je kind steeds meer vrijheid en privileges. Je kijkt naar je kind wat het aankan, hoe gaat hij of zij met verantwoordelijkheden om. Maak bespreekbaar met elkaar hoe jij iets ziet en laat je kind binnen je grenzen en kaders zelf ontdekken door vallen en opstaan. Geef ook het vertrouwen aan jezelf en je kind. Je hebt als ouder in al die jaren ervoor allerlei informatie, handvatten en ondersteuning aan je puber meegegeven. Schenk je kind het vertrouwen dat het weet wat het moet doen in verschillende situaties, maar laat je puber ook weten dat hij of zij altijd bij je terecht kan met vragen of als het mis is gegaan.”
Hoe stimuleer je je puber in zijn zelfstandigheid?
“Blijf het gesprek aangaan met je puber. Tijdens deze gesprekken kun je een puber heel goed zelf laten nadenken en beslissen wat hij kan. Niet alleen denkvaardigheden maar ook praktisch: hoe lukt het mij om zelfstandig van A naar B te komen? Laat je kind zelf oplossingen hiervoor bedenken. Stimuleer de keuzes die het maakt. Jouw route is misschien niet dezelfde route die je puber neemt, maar dat wil niet zeggen dat het de ‘foute route’ is. Het is natuurlijk wel nog een kind, dus bepaal samen kaders aan de zelfstandigheid waarmee je kind kan oefenen zodat veiligheid binnen zijn of haar ontwikkeling gewaarborgd blijft.”
Kun je je puber nog dingen verbieden? Luistert je puber nog wel?
“Het wordt steeds lastiger om een puber iets te verbieden. Natuurlijk heb je als ouder je grenzen en vind je soms dat gewoonweg iets niet mag of kan. Bij een puber is het belangrijk dat je hem meeneemt in die gedachtegang waarom iets niet kan en mag. Laat hem zelf ook bewust worden van je beweegreden als ouder. Zo leer je ze ook meteen zelf een mening te vormen maar ook waar je grenzen zitten als ouder. Ieder kind/puber heeft namelijk grenzen nodig! Dit zorgt voor de veiligheid in zijn ontplooiing naar jongvolwassene.”
Hoe reageer je op kritiek van je puber?
“Pubers zijn vaak eigenwijs en kritisch; ze zijn het liever niet met je eens. Dat komt door de groei van de hersenen en de wil om zelfstandig te worden. Ga je daar steeds tegenin, dan kun je veel ruzie hebben. Laat je puber juist eigenwijs en kritisch zijn. Dat is goed. Dit betekent dat je kind zich ontwikkelt. Veel ouders ervaren kritiek ook als een persoonlijke aanval. Het wordt vaak gezien als bedreigend en kwetsend. Maar voor je kind is kritiek leveren een manier om zich af te zetten van jou. Het is een natuurlijk proces dat onderdeel uitmaakt van het ontwikkelen van de eigen persoonlijkheid.
Wanneer je kind kritiek op je heeft, bedenk dan dat die kritiek iets zegt over je kind en niet over jou. Je kind vindt iets vervelend. Niet iedereen vindt dit vervelend, alleen je kind. Plus: je kind vindt iets vervelend, omdat hij of zij zelf iets anders vindt. Dat mag. Trek het je dus niet persoonlijk aan. Blijf rustig. Zelfs wanneer het onzin is. En zelfs wanneer het kwetsend is, is schelden geen oplossing. Blijf rustig en laat je niet op de kast jagen. Probeer niet in de verdediging of de tegenaanval te gaan. Terug gaan kwetsen leidt tot ruzie en daar is niemand bij gebaat. Laat het van je schouders afglijden en bedenk, ook deze fase gaat weer over!”