OVER ARMOEDE EN (ON)GELIJKE KANSEN

In gesprek met Rianne Reijs
In gesprek met Rianne ReijsJeugdarts bij GGD Zuid-Limburg

In onze regio groeien alleen al in Maastricht ongeveer 2900 kinderen op in armoede. Kinderen die opgroeien in armoede hebben het lastig om gewoon mee te doen. Ze hebben misschien geen dagelijkse warme maaltijd, ze krijgen geen nieuwe kleding wanneer het nodig is. Ze kunnen niet lid zijn van een sport- of muziekvereniging en een verjaardag vieren met cadeautjes en traktatie op school is niet mogelijk. Jeugdarts Rianne Reijs ziet het in haar werk dagelijks. Zij kan het niet verkroppen dat de kansen op gezondheid en ontwikkeling niet eerlijk verdeeld zijn onder de Nederlandse jeugd. ‘Armoede hangt samen met gezondheid nu en later. Daarom is het een belangrijk onderwerp voor de jeugdgezondheidszorg.’

Een nuttige confrontatie

Wanneer geneeskundestudenten hun coschap bij Rianne lopen, verwonderen ze zich dat de stad waar ze al vijf jaar studeren en wonen, Maastricht zo veel armoede kent. Een nuttige confrontatie, vindt Rianne. ‘Of ze nu jeugdarts, huisarts of klinisch specialist worden, ze gaan vooral deze mensen in hun spreekkamer zien. Wie opgroeit in armoede loopt meer risico op ziekte en gezondheidsklachten.’

Dat de plek waar je wieg staat ook je kansen op gezondheid bepalen, vindt zij typisch een taak voor de publieke gezondheidszorg om aan te pakken. ‘Het is in Nederland een taboe om te zeggen, maar er zijn gescheiden lagen in de maatschappij. Daarmee bedoel ik: groepen die op verschillende plekken wonen, hebben met verschillende problemen te maken en kunnen zich verschillende levensstandaarden permitteren. Er zijn verschillen. De meeste artsen en beleidsmakers komen niet uit de groepen waar ze wel hun werk voor doen.’

Armoede geeft stress in het gezin

‘Bij armoede in een gezin is er niet alleen minder keuze, maar ook meer en langdurige stress. Kinderen voelen deze stress en dit werkt door op hun ontwikkeling. Sommigen worden er druk van, of afwezig, of krijgen er buikpijn van. Hoe goed ouders ook hun best doen de stress bij de kinderen weg te houden, armoede maakt het moeilijker om een kind zo goed mogelijk tot bloei te laten komen. Armoede heeft op verschillende manieren effect op de gezondheid van het kind, nu en later als volwassene.’ Dat is geen leuke boodschap en het is er een die gemeentes en mensen die betrokken zijn bij zorg en beleid voor kinderen, ter harte moeten nemen.

Gelijke rechten, maar geen gelijke kansen?

‘Als mensen hebben wij allemaal gelijke rechten en daarbij horen gelijke kansen. Dat zou voor alle kinderen, in Nederland en daarbuiten, moeten gelden. Maar de realiteit is anders. De eerste 20 jaar bepalen een mensenleven, als jeugdarts probeer ik in die periode bij te dragen aan de kansen van kinderen. Wanneer dit door bijvoorbeeld armoede niet goed gaat, dan vind ik het een opdracht voor jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen om hier verandering in te brengen.’

‘Meedenkdokter’

Rianne noemt zichzelf een ‘meedenkdokter’ en is daarmee een brug tussen de medische wereld en maatschappij. ‘Je gaat naar een huisarts of medisch specialist bij klachten en symptomen. Zij behandelen een ziekte, maar leggen moeilijker de link naar school en gemeentelijke diensten. Daar heeft de huisarts vaak de ingangen en de tijd niet voor. Als jeugdarts kan ik samen met ouders, scholen en de gemeente tot oplossingen in het dagelijks leven komen.’ Rianne vraagt ouders naar best persoonlijke zaken die niet voor iedereen logischerwijs met gezondheid te maken hebben. Hoe het met de ouders zelf gaat, of ze werk hebben, of ze kunnen betalen wat belangrijk is voor hun kinderen.

Daarnaast heeft de jeugdgezondheidszorg de taak om de gemeentes te adviseren en zo bredere verbeteringen in de wijk door te voeren. De wijk is een belangrijke omgeving voor kinderen en in een wijk wonen vaker mensen met vergelijkbaar welvaartsniveau samen. Dat betekent dat de gemeente gericht die omgeving voor kinderen kan verbeteren, op aangeven van bijvoorbeeld de jeugdgezondheidszorg. ‘Ook daarvoor is het van belang dat we weten hoe de situatie in onze wijken is, en proberen we er bij iedereen naar te vragen.’

Vertrouwen in de toekomst, geeft ouders rust

‘Mensen komen natuurlijk niet op mijn spreekuur om over hun armoede te praten. Dat is ook niet de bedoeling, daarvoor kun je naar het maatschappelijk werk. Wat wel kan gebeuren, is dat er bij het uitzoeken van een medisch of ontwikkelingsprobleem, of bij een van de onderzoeken waarvoor we alle kinderen uitnodigen (zoals het kleuteronderzoek), financiële problemen op tafel komen. Samen met ouders kijk ik dan wat ik kan doen, wie we erbij kunnen halen. Dat kan heel klein zijn (een kind slaapt slecht omdat er geen bed is: waar halen we een bed vandaan?) of heel groot en het begin van een lang schuldsanering traject. Dan gaat het over de oplossing op lange termijn, maar ook over het verlichten van de situatie nu. Een bed, een potje om de overblijfkosten uit te betalen, of het schoolreisje en een sportclub, kan voor ouders en kinderen heel veel betekenen. Als het lukt ouders weer vertrouwen in de toekomst te geven, brengt dat rust.’

Rianne Reijs is arts Maatschappij en Gezondheid. Ze werkt als staf- en jeugdarts bij de GGD Zuid-Limburg.