GEPASTE HULP VOOR JE KIND BIJ ADHD EN DRUK GEDRAG
Kinderen kunnen soms heel druk, impulsief of onoplettend zijn. Dit kan in allerlei situaties optreden: thuis, tijdens het spelen met vriendjes, op de sportclub of op school. Zeker als je kind vaak boos of opstandig is, thuis geregeld ontploft, op school niet goed kan meekomen of moeilijk aansluiting vindt bij andere kinderen kun je je als ouders best zorgen maken. Je vraagt je misschien af wat er aan de hand is en waarom je kind zo druk en impulsief is. Misschien denk je weleens aan ADHD. Eva Mutsaers is coördinator van de Academische Werkplaats voor ADHD en druk gedrag en geeft een toelichting en tips in deze gastbijdrage.
Verschillend gedrag bij ADHD
Het gedrag dat bij ADHD past kan er heel verschillend uitzien bij verschillende kinderen. Grofweg is er sprake van druk, impulsief en/of ongeconcentreerd gedrag. Hier zijn vele gradaties in. Het ene kind kan heel impulsief en ongeconcentreerd gedrag laten zien, maar niet zo druk zijn. Het andere kind kan vooral druk en impulsief zijn maar niet zo’n last hebben van ongeconcentreerd gedrag. Beide kinderen zouden de classificatie ADHD kunnen krijgen, maar laten heel ander gedrag zien. Of het gedrag nu ADHD genoemd wordt of niet, het belangrijkste is dat ADHD geen verklaring voor het gedrag is, een kind doet niet druk omdat hij ADHD heeft, maar ADHD geeft een naam aan druk, impulsief en onoplettend gedrag. Het hebben van een classificatie hoeft niet nodig te zijn, het is vooral van belang om naar het kind en het gedrag van het kind te kijken.
Verschillende oorzaken van druk, impulsief en onoplettend gedrag
Gedrag is vaak een reactie op iets wat gebeurt; dat kan iets in de omgeving zijn of iets in het kind zelf; vaak spelen die ook op elkaar in. Een aantal factoren op een rij die mee kunnen spelen bij het ontstaan van druk, impulsief en onoplettend gedrag bij kinderen:
Prikkelgevoeligheid
Er zijn veel oorzaken waarom een kind druk, impulsief of onoplettend/ongeconcentreerd gedrag kan laten zien. Een voorbeeld hiervan is hooggevoeligheid of prikkelgevoeligheid, het ene kind kan prikkels beter verwerken dan het andere kind en het niet goed kunnen verwerken van prikkels kan resulteren in het laten zien van druk gedrag. Hoe die gevoeligheid tot uiting komt hangt vooral af van de omgeving. De gevoeligheid voor prikkels wordt bijvoorbeeld groter door stress, door (langdurig) te weinig slaap en door te weinig hersteltijd (dat wil zeggen: een momentje om even tot rust te komen). Wanneer die prikkels te veel zijn kan het zo zijn dat een kind druk, impulsief of onoplettend gedrag laat zien, dit is dan het gevolg van die vele prikkels die het kind (even) niet kan verwerken.
>> Lees ook eens het ervaringsverhaal ‘Hooggevoelige kinderen opvoeden? Uitdagend en bijzonder!’
Beheersen van emoties
Ook heeft het ene kind een betere rem op zijn/haar emoties dan het andere kind. Twee kinderen kunnen zich hetzelfde voelen, maar het ene kind kan dit beter remmen en laat hierdoor meer van dat gedrag zien dan het andere kind. Het vertonen van heftige emoties kan dan gekoppeld worden aan het laten zien van druk, impulsief en onoplettend gedrag terwijl er feitelijk een verschil zit in het remmen van emoties. Jonge kinderen hebben vaak nog weinig rem op hun emoties. Vanaf de peuterleeftijd leert een kind geleidelijk om zijn emoties te ‘beheersen’. Toch komt het heftig en ongeremd uiten van emoties nog geregeld voor. Elk kind moet leren dat dat niet altijd de bedoeling is, maar het leren omgaan met emoties is moeilijk en duurt lang.
>> Lees ook eens het interview ‘Anders omgaan met de boosheid van je kind; niet straffen maar verbinden!’
Jongens en vroege leerlingen
Ook zien we dat jongens en kinderen die relatief jonger zijn, de ‘vroege leerlingen’ vaker een classificatie ADHD krijgen. Dit komt mogelijk omdat jongens over het algemeen vaker druk, impulsief en onoplettend gedrag laten zien dan meisjes en omdat jongere kinderen ditzelfde gedrag laten zien, maar dat past bij hun leeftijd. Deze kinderen worden dan echter vergeleken met kinderen in de klas die ouder zijn en hierdoor lijken ze drukker, impulsiever en onoplettender.
Spanningen en weinig structuur
Ook spanningen en het ontbreken van structuur in de (thuis)situatie kunnen het laten zien van druk, impulsief en onoplettend gedrag uitlokken. Een aantal dingen die je thuis al kunt doen om dit gedrag te laten verminderen:
- Help je kind met omgaan met gevoelens. Benoemen welk gedrag verwacht wordt en welk gedrag niet getolereerd wordt, kan al duidelijkheid geven. Ook afspreken wat een kind kan doen als het zich druk voelt kan het kind een uitlaatklep geven.
- Probeer naar je kind te kijken met een open, niet oordelende manier en wees je bewust van de invloed van jouw gedrag op jouw kind.
- Ga in gesprek met je kind en anderen in de omgeving om te onderzoeken wat er speelt. Mogelijk zijn er dingen die een kind kunnen helpen om zich rustiger te voelen. Bijvoorbeeld bij drukte even naar zijn/haar kamer gaan of op school even de conciërge helpen.
- Rust, Reinheid en Regelmaat helpen vaak bij het bieden van structuur, wat rust kan bieden aan een kind.
Aanleg van het kind
Soms zijn druk gedrag, impulsiviteit en onoplettendheid vooral een reactie op een omgeving die onvoldoende aansluit bij het kind. Soms is het omgekeerde het geval en is een kind druk, impulsief en onoplettend ondanks een goed afgestemde omgeving. In dat geval komt het gedrag vooral voort uit de intrinsieke aanleg van het kind. Maar meestal spelen zowel omgevingsfactoren als aanlegfactoren een rol. In kleinere mate kan er ook sprake zijn van een medisch probleem. Zoals problemen met horen of zien. Het is goed om hier alert op te zijn en in twijfel te overleggen met de huisarts of het consultatiebureau.
Wat kun jij doen?
Druk, impulsief en onoplettend gedrag kan dus allerlei oorzaken en redenen hebben, die deels te maken hebben met (de aanleg van) je kind en deels met de omgeving. Maar wat kun je nu doen als je kind druk, impulsief en/of onoplettend gedrag vertoont?
- Allereerst: probeer naar het gedrag van je kind te kijken op een open, niet oordelende manier. Het gedrag kan allerlei begrijpelijke oorzaken hebben.
- Wees mild, voor je kind én voor jezelf als ouder. Opgroeien en opvoeden gaat met vallen en opstaan; dat is niet erg én het kan niet anders.
- Ga na hoe jij zelf in je vel zit. Ervaar je het gedrag op sommige dagen minder als een probleem dan op andere dagen? Wat is er dan anders? Ben je zelf gestrest of overbelast waardoor je meer last hebt van het gedrag van je kind?
- Goed kijken en goed onderzoeken wat er allemaal kan meespelen bij het ontstaan van het gedrag. Dat kan door zelf met je kind en met anderen te praten (betrokken familie, leerkrachten), dus samen erachter proberen te komen wat er aan de hand kan zijn. Bespreek wat je kind zelf kan doen in het omgaan met drukte, bijvoorbeeld even rust zoeken op de eigen kamer of buiten uitrazen.
- Help je kind bij het omgaan met gevoelens. Probeer zelf rustig te blijven. Wijs je kind niet af omdat het boos is of heftig reageert. Benoem rustig welk gedrag je verwacht en welk gedrag je niet accepteert. Laat je kind even met rust of zet het even apart. Kijk op een later moment samen met je kind even terug naar wat er aan de hand was en bedenk samen hoe het een volgende keer anders zou kunnen.
- Als je een idee hebt over welke zaken er meespelen kun je beginnen met de omgeving aan te passen, door thuis en eventueel op school te kijken hoe spanningen voor je kind minder kunnen worden.
- Iets wat bijna altijd helpend is voor het verminderen van spanning en onrust is de ouderwetse leefregel van de drie R-en: Rust, Reinheid en Regelmaat. Met andere woorden: zorg voor een duidelijke structuur in de dag en probeer een beetje vooruit te kijken, zodat je je kind kunt voorbereiden op de vele dingen die er op hem af komen. Daarbij geldt: hoe meer rust en overzicht je als ouder hebt, hoe beter je dit ook aan je kind kunt bieden.
- Door te overleggen met mensen die bij je kind betrokken zijn kun je er samen voor zorgen dat de omgeving meer afgestemd raakt op wat je kind nodig heeft. Overleggen kan als ouders onderling, met de leerkracht, met de intern begeleider op school, met de sportclub of met anderen. En het kan van alles betekenen: meer structuur bieden, je kind helpen met oplossen van ruzies, zelf geen ruzie maken met je partner in het bijzijn van je kind, je kind vooraan in de klas of juist naast een veilig vriendje plaatsen, meer complexe of juist meer simpele leerstof bieden.
Afstemmen op elkaar
Al met al gaat het vooral om de afstemming tussen de omgeving van het kind en de wensen en behoeftes van het kind. Dit is per situatie verschillend en voor iedereen dus anders. Als je het gedrag van je kind niet goed kunt verklaren of als je behoefte hebt aan extra handvatten, kan het zinvol zijn om je samen met je kind te melden bij de (praktijkondersteuner van de) huisarts. Deze kan op zoek gaan naar aanvullende hulp die gewenst is, eventueel in combinatie met onderzoek naar de factoren die voor jouw kind van belang zijn. Een vorm van therapeutische begeleiding kan dan helpend zijn. Bij therapie kan de focus liggen op de omgeving of op het kind.
En medicatie dan?
Je hebt misschien het idee, zoals veel ouders, dat je kind direct medicatie dient te slikken wanneer er een classificatie ADHD wordt gesteld. Dit is echter zeker niet het geval. De eerste stappen na een classificatie zijn meestal psycho-educatie en adviezen voor de omgeving. Bij psycho-educatie krijgen ouders, en eventueel het kind en andere betrokkenen, uitleg over het gedrag van het kind. Waar komt dit mogelijk vandaan, hoe zal dit zich ontwikkelen en waar kan het kind en diens omgeving tegen aan lopen? De bedoeling hiervan is acceptatie en begrip te vergroten, wat bijvoorbeeld kan helpen omdat ouders en/of leerkrachten dan inzien dat er vaak sprake is van onmacht in plaats van onwil.
Over de Academische Werkplaats voor ADHD en Druk gedrag
De Academische Werkplaats houdt zich bezig met de verspreiding van kennis over hulp voor kinderen met ADHD en druk gedrag. Er wordt voorlichting gegeven over mogelijke oorzaken, adviezen voor de omgeving en behandeladviezen. Er zijn verschillende onderzoeksprojecten waarin veel kennis wordt opgedaan. Bij die onderzoeksprojecten zijn wetenschappers en promovenda werkzaam. Deze projecten toetsen de praktijk, waarvan de resultaten worden verspreid onder themagroepen. Binnen deze themagroepen worden de verschillende producten ontwikkeld en verspreid. Onder ander via netwerkpartners zoals het CJG043 en via de website Academische Werkplaats voor ADHD en Druk gedrag. Op deze website kun je meer informatie vinden over ADHD en druk gedrag.