OMGAAN MET OUDERS MET EEN BORDERLINE PERSOONLIJKHEID

Gastbijdrage van Marion Heijmans
Gastbijdrage van Marion HeijmansPreventiemedewerker Mondriaan

Ons werk is maatwerk. We staan onder druk omdat we moeten voorkomen dat kinderen knel zitten. Maar hoe groot is onze mogelijkheid om mensen te veranderen? Wie kan dat? Alleen die mens zelf – met de juiste input en het vertrouwen van anderen in zijn/haar bekwaamheid. Een ouder met borderline zoekt bevestiging bij het opvoeden van het kind, maar kan deze tegelijk moeilijk ontvangen. Hulp en steun kan al snel ervaren worden als kritiek en afwijzing. Het contact en de communicatie wordt hierdoor bemoeilijkt. Marion Heijmans, preventiemedewerker van Mondriaan vertelt hoe je als professional kunt omgaan met een ouder met borderline, zonder dat je het contact verliest.

Hoge eisen en veel twijfels

Mensen met een borderline persoonlijkheid stellen vaak hoge eisen aan zichzelf. Ze willen dat het allemaal verloopt zoals zij denken dat het moet verlopen. Daardoor zijn ze heel actief, hebben een mening en willen graag aan anderen laten zien dat ze goed nadenken over situaties. Dus ook over de opvoeding van hun kind. In hun binnenste wegen ze voortdurend af of ze het wel goed doen en zelfs als ze het goed doen twijfelen ze er nog aan of hebben ze het idee dat het nog beter zou moeten. Lukt het niet dan kan dat irritaties en/of wanhoop oproepen en neigen ze er soms naar om door te gaan met corrigeren en niet meer te beseffen dat het kind nog niet kan wat zij verlangen. Ze maken wel eens opmerkingen als: ‘ze weet dat het niet mag, maar ze doet het toch. Het lijkt wel of ze het expres doet’.

Weerstand en verlies van contact

Als professional neig je ernaar om pedagogisch verantwoorde uitleg te geven over wat beter is en hoe het hoort. De uitleg echter roept weerstand op bij de ouder, want impliciet voelt hij/zij hier afwijzing en kritiek en dat is heel bedreigend voor hem/haar als persoon en als ouder. De ouder zal dan nog wel met je praten en meegaan in wat je zegt, maar is in het hoofd met heel andere dingen bezig. Er is dus geen echt contact meer. Dat voel je misschien niet. Maar vaak ook wel omdat je merkt dat je in herhaling valt, veel gaat bemoedigen, goed gaat maken en uitleggen en overtuigen dat de ouder het goed doet. Soms word je er zelf wanhopig van. De manier waarop we de ouder dit duidelijk proberen te maken, leidt niet tot het effect wat we willen. Namelijk dat deze een andere aanpak probeert en meer rustig probeert te blijven, het kind volgt én jou vertrouwt om jouw kennis en kunde te kunnen toelaten.

9 tips om het contact goed te houden

Tip 1: Geef vertrouwen

Een goed uitgangsbesef is: “Om het kind te kunnen beschermen, moet de ouder zich beschermd voelen”. De ouder moet merken dat je vertrouwen hebt in zijn/haar bekwaamheid.

Tip 2: Onderdruk je behoefte om iets te ‘vinden’

Het is niet aan ons in de eerste plaats om te beoordelen hoe deze ouder het doet. Laat deze ouder vooral daar zelf het antwoord op geven en ga in gesprek over haar/zijn eigen ‘vinden’.

Tip 3: Richt je op de nood die de ouder zelf aangeeft

Dat is bij iemand met borderline problematiek vaak heel gemakkelijk. Ga in gesprek zonder een direct doel, leer de ouder kennen, neem daar tijd voor, toon interesse in bijvoorbeeld hoe zij haar huishouden organiseert en merk het op als ze daar haar kwaliteiten in laat zien (want die zijn er).

Tip 4: Raak niet in paniek

Ze vertellen veel en soms in forse bewoordingen. Raak er niet van in paniek. De soep wordt heter opgediend dan die is en zelfs als de soep heet is maakt paniek hem niet koeler. Blijf rustig en oordeel niet en blijf in gesprek over de nood die zij ervaart. Zoek naar wat zij zou willen met die nood.

Tip 5: Bevraag de ouder

Bevraag de ouder op situaties waar het beter of goed liep met het kind of met anderen die ook zorg dragen voor hun kind en waar dan wel eens conflicten mee ontstaan. Bijvoorbeeld: Wanneer lukte het wel om je kind rustig naar bed te brengen? Wat deed jij toen? Was je kind blij, hoe ging ze slapen? Hoe voelde jij je daarna? Of bijvoorbeeld: Wanneer was je tevreden over een gesprek over een moeilijk onderwerp? (aangaande je kind of iets anders?) Wat deed jij, welke vaardigheid zette jij daar in? (Ik bleef rustig, ik had het opgeschreven, ik heb er een afspraak voor gemaakt, etc.). Vervolgens doorvragen of de ouder diezelfde inzet ook in de situatie die niet liep kan toepassen en samen vooruit kijken wat dat dan op zou kunnen leveren.

Tip 6: Maak samen een duidelijk plan

Kom tot een duidelijk plan met de ouder: we hebben veel besproken, wat lijkt je iets om te gaan proberen in die situatie? Hoe en wanneer kun je daar het beste mee beginnen? Wil je nog oefenen? En kom daarop terug, blijf het aanmoedigen.

Tip 7: Houdt continuïteit in het contact

Dit is erg belangrijk. Vaste momenten vooruit plannen is voor deze ouders heel fijn en als je je daaraan houdt nog fijner. Men weet dan dat ze van je op aan kunnen en dat je er bent voor ze.

Tip 8: Betrek de kinderen

Een heel mooie inzet is ook als je probeert de kinderen zo nu en dan bij de gesprekken te betrekken over de dingen die mis gaan. Geef dan het kind ook het woord aangaande zijn ervaring rondom bijvoorbeeld de te strikte regels. Ook deze ouders kunnen op basis van die informatie zelf wijzigingen doorvoeren. Kind en ouder kunnen dan ook samen afspraken en plannen maken.

Tip 9: Hanteer een juiste verslaglegging

En vergeet vooral niet om deze werkrelatie ook te weerspiegelen in je schriftelijke verslaglegging die ouders onder ogen komen. Er is niets zo bedreigend dan te lezen in rapporten over jezelf.

KOPP/KOV team

Met deze aanpak en heel veel liefde voor ons vak en geduld, kunnen we verschil maken in deze gezinnen en voor deze kinderen. Mocht je meer info willen? Heel graag laten wij, het KOPP/KOV team, ons uitnodigen om iedereen die met kinderen werkt te informeren en deskundiger te maken.

Je kunt ons bereiken via: preventie.kj@mondriaan.eu.