DE IMPACT VAN EEN SCHEIDING OP KINDEREN VAN 9 TOT 12 JAAR

In gesprek met Michelle, Maud en Yvonne van Stichting Yvoor
In gesprek met Michelle, Maud en Yvonne van Stichting YvoorGespecialiseerd in begeleiding bij (complexe) scheidingen

“In deze leeftijdsfase hebben kinderen relatief weinig grote ontwikkeltaken. Dit is de fase waarin je normaliter lekker vrij kunt zijn als kind. De meest onbezorgde fase van je leven. Bij een scheiding zie je dat dat op heel veel gebieden niet kan. En dat maakt ook dat kinderen tussen de 9 en 12 jaar de meeste problemen laten zien in reactie op een scheiding. Ze krijgen veel meer mee en begrijpen veel zaken. Maar vervolgens kunnen ze er weinig mee. Omdat ze nog heel afhankelijk zijn van hun ouders. Zeker bij complexe scheidingen zie je dat ouders zich allebei gaan bemoeien met wat ‘goed’ is voor het kind, waardoor er weinig ruimte is voor het kind. En welke alternatieven heeft zo’n kind dan nog anders dan met zelfbepalend gedrag als ‘ik ruim niet op!’ in protest te gaan?”, aldus Yvonne van Stichting Yvoor. Lees meer over de impact van een scheiding op kinderen van 9 tot 12 jaar in dit interview!

Begrijpen vs. verwerken

“Naarmate kinderen ouder worden, zijn ze steeds beter in staat om de problemen die er spelen te begrijpen. Maar dat is nog iets anders dan ook in staat zijn om de emoties die dit teweeg brengt ook te kunnen verwerken. Deze overweldigende emoties kunnen beangstigend zijn voor kinderen. In een poging om controle en overzicht te behouden, zie je dan wel eens dat kinderen het complexe probleem gaan terugbrengen tot een ‘eenvoudige schuldvraag’, waarna het de ene ouder gaat steunen en de ander afwijzen. Dit zie je vooral gebeuren als de twee werelden van beide ouders niet te verenigen zijn en de spanning bij het kind te hoog oploopt. Dat een jochie bij een voetbalwedstrijd zich bijvoorbeeld helemaal niet meer kan concentreren, omdat mama hier staat en papa daar. En hij alleen maar bezig is met vragen als ‘wat zal iedereen ervan vinden?, waar moet ik straks als eerste heen rennen?, wat als ze elkaar dadelijk tegen komen en ruzie krijgen?’. De spanningen kunnen door dit soort situaties zo hoog oplopen voor kinderen, dat het kind zich ‘gedwongen’ voelt om te kiezen. Ouderverstoting wordt dan een risico.”

Zelfbescherming

“Omdat controle zo belangrijk is voor kinderen in deze fase en ze hun eigen emoties nog onvoldoende kunnen reguleren, zie je ook dat kinderen het lastig vinden om zich kwetsbaar op te stellen en hun gevoelens van angst of verdriet te tonen. Ze kunnen zich ofwel stoer, haast ongeïnteresseerd opstellen. En als de spanningen intern dan te hoog oplopen, reageren ze met boosheid. Dan zie je veel externaliserend gedrag (schelden, schreeuwen, conflicten met leeftijdsgenoten, zelf willen bepalen). Maar ook internaliserend gedrag komt voor. Kinderen worden dan stiller, trekken zich terug. Of krijgen last van allerlei lichamelijke klachten.”

Volwassen

“Je ziet vaak dat kinderen gaan proberen om als een ‘volwassene’ eigen kaders te maken. Zaken die voorheen nooit een probleem zijn geweest worden opeens onderwerp van discussie. ‘Dat wil ik niet’ of ‘Dat doe ik niet’. Ook komen ze in de leeftijd dat ze overal bij willen zijn en zich niet meer zomaar laten wegsturen. De andere kant van dat ‘volwassen’ gedrag, is dat je ziet dat er een haast symbiotische relatie ontstaat tussen ouder en kind. Waarbij het kind als gesprekspartner ook een soort steun en toeverlaat wordt voor de ouder. Met alle risico’s van dien op parentificatie. Dat wil zeggen dat ze buitensporig willen gaan zorgen voor hun ouder. In praktische en/of emotionele zin.”  

Normaal

“In deze leeftijdsfase willen kinderen ook graag ‘normaal’ gevonden worden. ‘Erbij horen’ bij leeftijdsgenootjes wordt steeds belangrijker. Schaamte over wat er speelt in de thuissituatie kan dan een rol gaan spelen in het gedrag van kinderen. Of de angst om gepest te worden. Dit kan een reden zijn om allerlei emoties weg te gaan stoppen, waardoor er veel verborgen verdriet en boosheid kan ontstaan. Maar ook concentratieproblemen op school komen vaak terug.”