FOCUS OP EXECUTIEVE FUNCTIES IN HET BASISONDERWIJS IN EIJSDEN-MARGRATEN

In gesprek met Esther Straat (intern begeleider basisschool Tangram)
In gesprek met Esther Straat (intern begeleider basisschool Tangram)en Inge Pouw (pedagoog/trainer/coach)

In 2017 werd in de gemeente Eijsden-Margraten een project gestart waarmee er meer aandacht kwam voor de ontwikkeling van de executieve functies van leerlingen in het basisonderwijs. Executieve functies zijn alle functies in het brein die ons in staat stellen om zelfstandig te functioneren. Meer hierover lees je in dit interview met expert op dit gebied Inge Pouw. In dit artikel vertellen Esther en Inge over dit project in Eijsden-Margraten!

Speciale aanpak

Esther: “Als scholen in Eijsden-Margraten werken we de laatste jaren intensief samen met de gemeente. We zijn steeds meer partners geworden in het werken aan preventieve zorg voor kinderen. Dit is ook nodig omdat er met de komst van ‘passend onderwijs’ meer kinderen in een klas zitten die een speciale aanpak nodig hebben. Zodoende dat een tijd geleden vanuit de gemeente aan het onderwijs werd gevraagd waar in dat kader onze zorgpunten liggen. En waar we als leerkrachten behoefte aan zouden hebben voor wat betreft deskundigheidsbevordering. Eén van de punten die toen naar voren kwamen, was het verdiepen van de kennis van leerkrachten op het gebied van executieve functies.”

Executieve functies en gedrag

“Wat steeds meer duidelijk is geworden, is dat veel gedragingen van kinderen waar leerkrachten vragen over hebben, samenhangen met de mate van ontwikkeling van de verschillende executieve functies. Denk bijvoorbeeld aan het rustig op een stoel kunnen blijven zitten, zelfstandig werken en het al dan niet door de klas roepen. De laatste jaren merken we dat er steeds meer kinderen moeite hebben met deze vaardigheden. En er wordt binnen het onderwijs ook steeds zorgvuldiger naar dit soort gedrag gekeken. Er is een periode geweest dat kinderen heel snel psychologisch onderzocht werden en een ‘stickertje’ (diagnose red.) kregen. Deze maatschappelijke trend hebben we gelukkig doorbroken. Vanuit dit project leren we veel genuanceerder kijken naar wat er aan de hand is. Maar vooral ook naar de dingen die wél goed gaan.”

Executieve functies op school

“Als je kijkt naar een aantal belangrijke executieve functies en het gedrag wat daarmee samenhangt binnen de schoolse situatie dan is ‘impulscontrole’ een belangrijke. Dit bepaalt in hoeverre er bijvoorbeeld sprake is van bewegingsonrust en zelfsturing. Problemen met het werkgeheugen maken dat kinderen vastlopen bij het uitvoeren van opdrachten, omdat ze bepaalde denkstappen niet kunnen maken. Maar ook problemen met de emotie-regulatie zien we op school vaak terug. Bijvoorbeeld bij kinderen die heel ‘groot’ kunnen reageren in hun emoties. En ook op het gebied van flexibiliteit wordt veel gevraagd van kinderen met alle leswisselingen; stoppen waar je mee bezig bent, spullen opruimen en pakken. Maar ook in de sociale interactie moet je je kunnen aanpassen en oplossingen kunnen bedenken.” 

Het begint bij bewustwording…

Inge: “In principe is heel veel van wat er op school gebeurt al stimulerend voor de executieve functies. Met de deskundigheidsbevordering hebben we leerkrachten geleerd meer bewust te kijken naar wat een bepaalde taal- of rekenopdracht vraagt aan executieve functies. Want als je dat weet, kun je ook makkelijker schakelen of je die opdracht voor een bepaald kind iets moet aanpassen. Executieve functies gaan in feite over het ‘hoe’ als een kind een opdracht uitvoert. Door het kind daar indien nodig bij te ondersteunen, zal het zich meer competent gaan voelen en dat is doorgaans ook erg positief voor de relatie tussen leerkracht en leerling. En in feite maakt het dan ook helemaal niets meer uit of er nu wel of geen ADHD gediagnosticeerd is. Waar het om gaat is, dat je een weg vindt om dat kind tot leren te laten komen.”

Interventies

Esther: “Alle docenten werden door Inge geschoold over wat executieve functies zijn en hoe je kunt signaleren wat er goed loopt en waar eventueel zorgpunten liggen en wat dan passende interventies zijn. Als een leerkracht een zorgsignaal herkent, gaan we samen met ouders, intern begeleider (en het kind) rond de tafel. Vaak zijn deze signalen ook in de thuissituatie heel herkenbaar. Samen kun je dan kijken naar een aanpak voor school en thuis. Die samenwerking met ouders is voor ons en natuurlijk ook voor het kind heel belangrijk. Net zoals de focus op het positieve. We bekrachtigen positief gedrag en breiden dat steeds verder uit. En dat vraagt om tijd! Want in feite ben je bezig met gedragsverandering en dat heeft soms maanden nodig…”

Het chaotische kind…

“Neem bijvoorbeeld ‘het chaotische kind’, vult Inge aan. “Het kind dat ’s ochtends aan de ontbijttafel een beker melk omstoot, z’n tas vergeet en zonder jas in de auto zit. Vervolgens op school komt, z’n jas op de verkeerde kapstok hangt, de gymtas mee naar binnen neemt en vergeet op het bord te kijken naar het programma voor die dag. Waardoor, als de les begint, iedereen het rekenboek op tafel heeft liggen, behalve hij… Dat chaotische gedrag is dus continu aanwezig, zowel thuis als op school. Dat maakt het ook zo belangrijk om dit gedrag samen met ouders te kunnen oppakken. Door bijvoorbeeld een stappenplan te maken met visuele ondersteuning voor thuis en op school. De herhaling en herkenbaarheid zullen het voor het kind veel makkelijker maken om met z’n chaotische aard om te gaan.”

Van time-timer tot kleurenwaaier en van zitballen tot emotiekaartjes!

Esther: “En zo zijn er heel wat interventies die we kunnen inzetten. Voor kinderen die snel afgeleid zijn of weinig tijdsbesef hebben, werken we bijvoorbeeld met een time-timer. Dan vragen we het kind ‘hoe lang denk je over deze opdracht te gaan doen en hoe ga je het aanpakken?’ en wordt de timer gezet. Voor kinderen die moeite hebben hun impulsen te beheersen, werken we met een kleurenwaaier met vier kleuren. Je maakt afspraken met het kind (bijvoorbeeld niet roepen door de klas) en zo lang dat lukt, blijft het kind in het groen. Het positieve is steeds leidend en wordt beloond. En de emotiekaartjes zijn er voor kinderen die moeite hebben met het sturen van hun emoties. Kinderen die faalangstig zijn aangelegd bijvoorbeeld, krijgen een kaartje met de tekst ‘fouten maken mag’ op hun bureau als een soort reminder! Zo sturen ze hun gedachten en indirect hun gevoelens. Die zijn zo’n succes dat we ze nu ook gaan lamineren om mee naar huis te geven!”.