HET PUBERBREIN: DIT IS HOE HET WERKT!

In gesprek met Peter Stiers en Esther Keulers van de Universiteit Maastricht
In gesprek met Peter Stiers en Esther Keulers van de Universiteit Maastricht

Het puberbrein; een onderwerp waar de laatste jaren steeds meer aandacht voor is. Vanuit de wetenschap, maar zeker ook bij ouders en jeugdprofessionals. Zoals blijkt uit het succes van boeken als ‘Puberbrein Binnenstebuiten’ (Nelis, 2012) en ‘Het puberende Brein’ (Crone, 2008). We realiseren ons steeds meer dat het puberbrein verschilt van het volwassen brein. Inzicht in de werking van het puberbrein kan helpen om het voor ons volwassenen soms ingewikkelde pubergedrag beter te begrijpen! Daarom gingen wij in gesprek met Dr. Peter Stiers en Dr. Esther Keulers van de Universiteit Maastricht, voor wat meer uitleg over de werking van het puberbrein.

Een efficiënter brein

“Ons brein bestaat uit verschillende hersengebieden, die allemaal met elkaar verbonden zijn. Visuele informatie komt bijvoorbeeld achter in het brein binnen, maar de beslissingen die je neemt op basis van deze informatie, worden voor in het brein genomen. Om dit te kunnen doen, moet die informatie dus van achteren naar voren, door het brein. Bij kinderen van 8 á 10 jaar, zien we dat de informatie-uitwisseling tussen hersengebieden die dicht bij elkaar liggen, sterker is dan de communicatie tussen gebieden die verder uit elkaar liggen. Bij volwassenen is er sprake van meerdere netwerken die door de hele hersenen lopen, waardoor de informatieverwerking sneller en efficiënter kan verlopen. En je raadt het misschien al; het ontstaan van die netwerken door het hele brein, vindt plaats in de adolescentie!”

Niet willen of niet kunnen?

“Als je weet dat het brein van de puber nog in ontwikkeling is, begrijp je misschien ook beter waarom de gemiddelde puber niet kan, wat een volwassene kan op het gebied van planning en organisatie bijvoorbeeld. In die zin vragen we best veel van onze jongeren, met zelfstudie en het organiseren van schools werk. Want de denkfuncties die daarvoor nodig zijn, zijn nog in ontwikkeling! Ditzelfde geldt voor het werkgeheugen: vraag een puber drie dingen te doen en je zult zien dat hij/zij er één onthoudt. Ook wanneer je je kind vraagt om – als het straks bijvoorbeeld naar boven gaat – iets mee te nemen gaat het vaak mis. Dit komt omdat het voor het puberbrein nog lastig is om dingen op het juiste moment weer onder de aandacht te brengen. Dit soort dingen zijn in de meeste gevallen dus geen onwil, maar onvermogen door een inefficiënt werkend brein.”

De sociale context als complicerende factor

“En alsof dit alles nog niet ingewikkeld genoeg is, speelt dit alles zich ook nog eens af in een sociale context. In de puberteit verleggen kinderen hun interessegebied van het gezin naar hun leeftijdsgenoten. Hoewel we verwachten dat dit met biologische factoren te maken heeft, zoals hormonen en de rijping van emotionele netwerken in het brein, kunnen we deze verandering van focus nog niet helemaal verklaren vanuit de wetenschap.

Wat het effect is, is wel duidelijk. Namelijk dat pubers de mening van leeftijdsgenoten belangrijker vinden dan de mening van hun ouders. In een onderzoekssetting zien we zelfs dat hun prestaties op een cognitieve taak afnemen, als ze samen met leeftijdsgenoten zijn. Vanwege hun gerichtheid op leeftijdsgenoten zijn ‘de prikkels’ van hun aanwezigheid voor het brein té interessant om te onderdrukken. En daar leiden de prestaties dan onder.”

puberbrein onder de loep

Het belang van erkenning

“Voor volwassenen zijn de keuzes die pubers onder invloed van leeftijdsgenoten maken misschien vaak moeilijk te volgen. Toch is het belangrijk te erkennen dat de afweging die pubers maken nu eenmaal anders zijn dan hoe wij dit als volwassenen zouden doen, doordat de dingen voor hen anders wegen.

Een keuze maak je niet of grond van zakelijke feiten en gevolgen, maar op grond van de waarde die je aan die feiten en de mogelijke gevolgen hecht. In die waarden spelen emoties en motivaties een belangrijke rol en deze worden geregeld door een speciaal deel van onze hersenen. Onze primaire reactie op dingen, komt vanuit wat we met een moeilijk woord noemen het ‘limbisch systeem’ in ons brein, dat een belangrijke rol speelt bij onze emoties. Deze emoties and motivaties worden vervolgens verbonden met het rationele brein, dat op zijn beurt deze primaire emotionele reacties kan relativeren. Het rationele brein maakt bijvoorbeeld de afweging van de kans dat iets dat je emotioneel gezien graag wil, ook lukt, de moeite die het kost en eventuele nadelige gevolgen. Nu is het zo dat ook het limbisch systeem anders reageert bij adolescenten. Bij veel pubers zien we dat dezelfde prikkel in het limbisch systeem veel meer emotionele reactie oproept dan bij jongere of oudere kinderen. Hierdoor zijn ze dus geneigd om situaties emotioneel anders te interpreteren. En dat beïnvloedt natuurlijk ook de beslissingen die je neemt. Gewaardeerd worden in de groep, weegt bijvoorbeeld belangrijker dan het risico dat je daarmee je fiets beschadigt. In algemene zin kunnen we stellen dat het moeilijker is om een ‘verstandige’ (volwassen) keuze te maken, als het limbisch systeem gevoeliger is afgesteld.’

Het dagelijks leven

“Op school, in de klas, wordt er door de docenten aanspraak gedaan op de denkfuncties van jongeren. Maar tegelijkertijd staan ze daarbij ook voortdurend onder invloed van hun leeftijdgenoten. En als je een gevoeliger en minder efficiënt werkend brein hebt, dat ‘leeftijdgenoten’ bovendien emotioneel waardeert als iets heel belangrijks, dan is het moeilijk om dat te negeren. Dit verklaart ook waarom social media zo verslavend kunnen zijn voor jongeren. Voor hen is het nu eenmaal ontzettend belangrijk om verbonden te blijven met de groep, niets te missen en ook bekrachtiging te krijgen door middels van likes en dergelijke.”

Benieuwd naar de opvoedtips voor pubers van Peter en Esther? Klik hier!