TWIJFELS OVER VACCINATIE?

In gesprek met Nicky Halbach
In gesprek met Nicky HalbachJeugdarts bij GGD Zuid Limburg

De afgelopen maanden hebben we in de media van alles kunnen lezen en zien over het onderwerp ‘vaccineren’. Steeds meer ouders maken bewust de keuze hun kindje wel of niet te vaccineren en het percentage ouders dat besluit dit niet te doen, neemt gestaag toe. Lees ook het interview met Paul, die vertelt wat hem en zijn vrouw ertoe gebracht heeft hun zoontje niet te laten vaccineren. In dit interview gaan we in gesprek met jeugdarts Nicky Halbach. We vragen haar te reageren op veel gehoorde vragen en twijfels van ouders voor wie vaccinatie geen vanzelfsprekendheid meer is.

Vaccinatie toen en nu…

“Ook wij zien bij het consultatiebureau meer ouders die bewust bezig zijn met het thema vaccineren. Tijdens onze consulten is het een vast onderwerp van gesprek. Zelf vraag ik ouders bij het eerste consult bijvoorbeeld altijd expliciet of ze hun kindje willen laten vaccineren. Vaccinatie is in Nederland immers een vrijwillig iets. Wanneer je het zo bespreekbaar maakt, merk je dat veel ouders hier toch vragen bij hebben. Ze horen er van alles over via de media, maar wat klopt wel en wat klopt niet? Ik deel dan de kennis die wij krijgen via het RIVM. De keuze blijft aan ouders, maar ik vind het belangrijk dat ze hun afweging maken op basis van betrouwbare informatie”.

Onnodig ziek?

“Sommige ouders vragen zich bijvoorbeeld af of ze hun kindje niet onnodig ziek maken door de vaccins. Ik leg hen dan uit dat het idee van vaccinatie is dat het lichaam geheugen voor een bepaalde ziekte aanmaakt. Daardoor word je er niet meer of veel minder ziek van als je op een later moment besmet zou raken. Om het lichaam dit geheugen te laten aanmaken, hoeft het echter niet de complete ziekte te doorlopen. Wij werken veelal met ‘dode vaccins’, waar het lichaam direct een reactie op geeft, zonder echt ziek te worden. Bij het BMR-vaccin is dat anders. Daarbij spuiten we een sterk verzwakte variant van de virussen, waardoor je de ziekte wel op een laag pitje doormaakt. Doordat het lichaam meer tijd nodig heeft om de afweer hiertegen te activeren, geeft dit vaccin een vertraagde reactie (na 5 tot 12 dagen).

Onnodige toevoegingen?

Een andere veelgehoorde vraag is wat er verder nog in de vaccins zit. Of deze geen ziekmakende of gevaarlijke stoffen bevatten. Hiervoor geldt dat er inderdaad bestanddelen worden toegevoegd aan de vaccins. In de dode vaccins zitten bijvoorbeeld aluminiumzouten, dit zijn hulpstoffen die het immuunsysteem extra stimuleren bij de vorming van antistoffen. We hoeven daardoor minder vloeistof in te spuiten. De hoeveelheden van deze hulpstoffen in vaccins zijn zeer klein en niet schadelijk voor de gezondheid. Ze worden door het lichaam ook weer uitgescheiden. Ter vergelijking, via onze voeding (ook borstvoeding) krijgen we veel grotere hoeveelheden hiervan binnen dan die uit de vaccins”.

Meer informatie over de bestanddelen van de vaccins, vind je hier.

Risico op autisme

“Dan zijn er nog ouders die bezorgd zijn dat vaccinatie zou kunnen leiden tot autisme. Hier is uitgebreid onderzoek naar gedaan. In een recente studie is wederom aangetoond dat er geen verband is tussen beide. Vaak komen de eerste symptomen van autisme aan het licht in de periode waarin ook gevaccineerd wordt. Met 14 maanden moeten kindjes beginnen met praten. Bij kinderen met autisme loopt de spraaktaalontwikkeling vaak vertraagd. Dus dan gaan ouders opvallen dat er iets mis is met hun kind. Het is heel begrijpelijk dat zij dan – in hun zoektocht naar verklaringen – een relatie gaan leggen met de prik die het kind ook in die periode heeft gehad. Maar wetenschappelijk zijn er dus helemaal geen aanwijzingen voor dit verband”.

De farmaceutische industrie

“Verder merk ik dat er ook wel een bepaald wantrouwen leeft naar de farmaceutische industrie. Ouders vragen zich af of het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) niet vooral een financieel verhaal is. Daarop leg ik altijd uit dat het RIVM de partij is die uitzoekt en adviseert tegen welke ziektes er gevaccineerd moet worden. Zij maken daarbij de afweging van ‘hoe groot is het risico op een bepaalde ziekte, hoe schadelijk kan dit zijn voor de volksgezondheid, wat zouden de kosten zijn van het invoeren van een nieuwe vaccinatie en welke nadelige effecten zou vaccinatie met zich meebrengen?’. Dit is bijvoorbeeld ook de reden dat er in Nederland niet gevaccineerd wordt tegen de waterpokken. In andere landen worden daar andere keuzes in gemaakt. Voor ouders is het belangrijk te weten dat het RIVM een volkomen onafhankelijke instituut is. Zij worden op geen enkele manier rijker van het advies meer vaccins in te zetten. Deze worden namelijk geproduceerd in fabrieken”.

Het BMR-vaccin

“De meeste ouders twijfelen over het BMR-vaccin, omdat dit de sterkste reactie geeft bij kinderen. Persoonlijk vind ik dit echter één van de belangrijkste vaccins. Dit vanwege de mazelen. Eén keer per zoveel tijd komt dit weer opzetten in Nederland. Een paar jaar geleden hebben we nog een epidemie gehad. Daarbij moesten zo’n 200 kinderen opgenomen worden in het ziekenhuis en is helaas ook één kindje overleden. Daarnaast reizen we steeds meer, waardoor we ook landen bezoeken waar mazelen wel nog heerst. We vaccineren tegen de mazelen op de leeftijd van 14 maanden. Dit omdat het vaccin dan het meest effectief is. De ernstige complicaties van dit virus zijn longontsteking en hersenvliesontsteking. Hoe jonger het kind, hoe groter de kans op ernstige complicaties. Ditzelfde geldt voor kinkhoest (uit het DTKP-vaccin). Dit komt geregeld voor en is met name voor de kleintjes erg gevaarlijk. Zij kunnen er ademstops door krijgen”.

Meer informatie de mazelen vind je op deze webpagina van het Rijksvaccinatieprogramma. Ook het RIVM heeft een pagina met vragen en antwoorden over mazelen.

Alternatieven

“Met ouders die echt twijfelen over vaccineren, kijk ik ook altijd naar de alternatieven. Zo kunnen ouders ervoor kiezen om bepaalde vaccins niet te geven en andere wel. Wij als consultatiebureau kunnen dat alleen doen bij de enkelvoudige vaccins. Ik kan een BMR-vaccin niet uit elkaar halen, maar bijvoorbeeld wel de pneumokokken weglaten uit het programma. Wanneer ouders een bepaald vaccins uit een ‘cocktail’ willen weglaten, kunnen ze dat via hun huisarts regelen. Deze vaccinaties moeten wel zelf betaald worden.

Er zijn ook ouders die ervoor kiezen om later te starten met vaccineren. Dit staat ouders natuurlijk vrij, maar ik wijs hen er dan wel op dat de grootste risico’s bij infectieziekten bestaan voor de jongste kinderen. Met name bij zuigelingen kan een virus zomaar een dodelijke afloop hebben”.

Vaccinatiegraad

“Op dit moment is de vaccinatiegraad in Maastricht nog boven de 95%. Als deze sterk zou dalen, is er kans dat bepaalde ziekten weer gaan terugkomen. Het risico op een epidemie neemt immers toe op het moment dat veel niet-ingeënte personen met elkaar in contact komen en elkaar besmetten. Een collega arts maakte eens de volgende vergelijking; als je een pot hebt met heel veel blauwe knikkers (gevaccineerde personen) en een paar gele knikkers (niet-gevaccineerde personen), dan is de kans dat twee gele knikkers met elkaar in contact komen klein. Deze kans wordt steeds groter, naarmate je meer gele knikkers hebt. Op dit moment hebben we in Nederland veel gevaccineerde mensen. Ze noemen dat ook wel eens ‘groepsimmuniteit’. De kleine minderheid die zich (nog) niet heeft gevaccineerd, profiteert van degenen die dat wel laten doen”.

Kinderdagverblijven

“Eén van de discussies die recent oplaaiden in de media ging erover of je kinderdagverblijven verplicht kunt stellen hun vaccinatiegraad kenbaar te maken. En of kinderdagverblijven dan kinderen die niet gevaccineerd zijn mogen weigeren. Dat heeft onder andere ook met de mazelen te maken. Stel jij hebt een klein baby’tje en op het kinderdagverblijf van jouw keuze lopen veel peuters rond die niet gevaccineerd zijn en dus makkelijker besmet kunnen raken met de mazelen. Jouw nog niet gevaccineerde baby’tje loopt dan een groter risico om geïnfecteerd te worden. En omdat het nog jong is, loopt het een grotere kans op ernstige complicaties. In het buitenland wordt vaccineren om deze reden verplicht”.

Het HPV-vaccin

“Voor de 4-18 jarigen roept het HPV-vaccin, tegen baarmoederhalskanker de meeste vragen op bij ouders. Is daar wel al voldoende onderzoek naar gedaan, vraagt men zich bijvoorbeeld af. Dit is in Nederland inderdaad een relatief nieuw vaccin. Maar voordat een vaccin op grote schaal wordt toegediend, is deze altijd uitgebreid onderzocht op veiligheid en effectiviteit. Dit vaccin wordt in het buitenland al meer dan 10 jaar gebruikt en onderzocht. Daaruit blijkt dat de gevaccineerde vrouwen geen klachten hebben, die door het vaccin veroorzaakt zijn. Net als bij het vermoeden van een relatie met autisme, geldt ook voor het HVP-vaccin dat de gemelde klachten (vermoeidheid, hoofdpijn) waarschijnlijk samenhangen met de puberteit, maar niet met het vaccin”.

Moeders vaccineren?

“Eén van de meest recente ontwikkelingen op dit gebied is dat de Gezondheidsraad het advies heeft uitgebracht om zwangere vrouwen een inenting tegen kinkhoest aan te bieden. Enerzijds zodat de kans dat zij besmet raken en hun jonge kind besmetten afneemt. Maar ook zodat het kindje via de moeder al in de baarmoeder afweerstoffen tegen deze ziekte krijgt. Moeders kunnen deze vaccinatie op dit moment zelf halen bij de GGD of hun huisarts. En naar verwachting zal deze eind 2019 standaard en gratis aangeboden gaan worden. Zo zie je maar dat er voortdurend ontwikkelingen zijn op het gebied van vaccinatie”.

PinkCloud meld je gratis aan