MAARTJE WERD ALS KIND LICHAMELIJK EN GEESTELIJK MISHANDELD DOOR HAAR MOEDER

Ervaringsverhaal van Maartje (31 jaar)
Ervaringsverhaal van Maartje (31 jaar)

Maartje (31 jaar) werd als kind lichamelijk en geestelijk mishandeld door haar moeder. Als volwassen vrouw geeft ze ons een kijkje in de belevingswereld van een kind dat slachtoffer is van kindermishandeling. Een verhaal om stil van te worden…

Over vroeger

“Laat ik zeggen dat mijn moeder psychisch ingewikkeld in elkaar zit. Van het een op het andere moment kon ze ontzettend boos worden. Dan kreeg ik zomaar een pak slaag om iets heel kleins. Of ze werd hysterisch en dreigde weg te gaan of zelfmoord te plegen. In mijn herinnering was er iedere week wel wat. Daarnaast werden mijn zusje en ik geïsoleerd; we mochten niet met vriendinnetjes afspreken en toen we wat ouder werden ook niet teveel contact hebben met elkaar. We mochten bijvoorbeeld niet te lang bij elkaar op de kamer zijn om te kletsen. En mijn moeder was – en is nog steeds – een kei in liegen, manipuleren en mensen tegen elkaar uitspelen. Steeds is een van ons tweeën het zwarte schaap en de ander ‘het lieverdje’, die ze dan tot bondgenoot probeert te maken”.

Het ene kind is het andere niet

“Het is volgens mij per kind verschillend hoe je met zoiets omgaat. Mijn zusje ging liegen om klappen te voorkomen. Ik probeerde alles perfect te doen. Mijn zusje was ook een stuk brutaler dan ik. Zij ging de strijd aan met mijn moeder. Eerst alleen met woorden en toen ze wat ouder werd ook fysiek. Toen ik zag dat zij mama op een dag terug sloeg, dacht ik ‘dat kan ik ook!’. Door samen in opstand te komen, voel je je gesterkt. We hebben haar allebei één keer terug geslagen en sindsdien is het slaan gestopt. Ik denk dat mijn moeder zich realiseerde dat ze ons fysiek niet meer aan kon. Het emotionele stuk stopt helaas nooit. Daar zit je zonder het te willen aan vast”.

Praten over thuis

“Ik heb nooit iemand verteld dat ik regelmatig geslagen werd thuis. Vooral omdat je als kind denkt dat je het zelf schuld bent. Het is een soort schaamte. Je ziet je moeder als een autoriteit en denkt niet ‘mijn moeder is gek of is fout’, maar ‘ik ben fout, ik heb het verdiend’. Pas toen ik 13 of 14 jaar was, ging ik beseffen dat het niet normaal was hoe het bij ons thuis er aan toe ging. Dat is laat. Maar ik had ook geen tijd om na te denken. Ik was alleen maar bezig met anticiperen, incasseren en overleven. Als ik mijn moeder de trap op hoorde stormen, ruimde ik snel al mijn speelgoed op, in de hoop dat ze dan geen reden zou hebben om me te slaan. Je leeft voortdurend in angst en ontwikkelt geen eigen ik. Ik had geen zelfbewustzijn of gevoel van ‘als ik dit doe, dan gebeurt er dat’. Dingen overkwamen me. Ik was een soort van ‘gebrainwasht’. Er was geen ruimte om na te denken over ‘wie ben ik en wat wil ik?’. Ik was alleen maar bezig met het goed doen voor mama. Zo word je gemaakt tot iets wat niet je eigen ik is”.

Masker

“Toen ik 21 was, ben ik vanwege een angststoornis terecht gekomen bij een psychotherapeute. Zij was de eerste aan wie ik beetje bij beetje mijn verhaal heb verteld. Tot die tijd had ik nooit echte vriendschappen gehad. Eerst omdat het niet mocht van mijn moeder en later omdat ik niet wist hoe dat moest. Je kunt natuurlijk ook geen verbondenheid krijgen, als je alleen maar over ditjes en datjes kunt praten. Nog nooit had ik het met iemand over mijzelf gehad, over hoe het echt met mij ging, over wat ik dacht of voelde. Van mijn moeder had ik geleerd dat ik niet goed genoeg was. Daardoor had ik de overtuiging dat niemand mijn ware ik mocht zien. Ik deed me voor als een sterk persoon. Ik was bang dat ik niet meer zou meetellen als mensen erachter zouden komen dat mijn ‘sterke kant’ een masker was. Ik heb me dan ook heel lang ontzettend eenzaam gevoeld.”

De omgeving

“Als ik nu terug kijk op die tijd, dan denk ik dat onze buurvrouw het wel geweten moet hebben. Zo vaak dat ik snel mijn tranen moest weg vegen als zij onverwacht even binnen kwam lopen. Ze heeft me op latere leeftijd wel eens gezegd dat ze me graag had willen helpen. Ik vind het jammer dat zij toen niets heeft gedaan. Ik denk ook dat er moeders van klasgenootjes waren, die wisten dat het niet klopte wat bij ons thuis gebeurde, maar niet wister hoe erg het was. Tja, en de leerkrachten van de basisschool? Ik zou het ze eigenlijk nog wel eens willen vragen…”.

Hoe kan het anders?

“Ik denk dat je kinderen, van wie je vermoedt dat ze het niet goed hebben thuis, op een hele lieve manier moet confronteren. Geen vragen stellen, want dan zal het kind vanuit schaamte ontkennen. Het moet denk ik een combinatie zijn van ‘ik weet het’ en ‘jij bent het niet schuld, jij hebt niets fout gedaan, jouw moeder zit fout’. Die boodschap had ik als kind in ieder geval heel graag willen horen! Dan was er iemand sterker geweest dan ik en dan was ik gebroken. Dat zou niet gelukt zijn als iemand me had gevraagd ‘vertel eens, word je soms geslagen?’. Dat wil je niet toegeven en dan hou je je sterk”.

Heb jij een vermoeden van kindermishandeling?

Als jij een vermoeden hebt dat een kind slachtoffer wordt van kindermishandeling, of als je zelf slachtoffer óf dader bent, is het goed om (anoniem) contact te leggen met Veilig Thuis. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen met je meedenken over mogelijkheden om de mishandeling te stoppen. In dit interview vertelt vertrouwensarts Agine Bernhard meer over het werk van Veilig Thuis. In het tweede deel van het interview met Agine lees je meer over de gevolgen van huiselijk geweld op de ontwikkeling van kinderen.