Je kindje helpen zindelijk te worden is een proces, dat vraagt om tijd, aandacht en geduld! Als kinderen net zindelijk zijn, komen ‘ongelukjes’ vaak voor. Als ouder kun je er soms moedeloos van worden; alweer een natte broek of weer het beddengoed wassen! Herkenbaar? Maak je geen zorgen! Elk kind krijgt vroeg of laat een hekel aan zijn natte of vieze broek en wordt dan zindelijk. Op deze tippagina lees je wat je kunt doen om je kind hierbij te helpen. Het is immers voor iedereen fijn als het zindelijk worden prettig verloopt!

Tip 1: Begin op het juiste moment met de zindelijkheidstraining

Het is erg belangrijk te beginnen met zindelijkheidstraining op het moment dat je kindje er rijp voor is. Begin nog niet met de training als je kind nog geen interesse heeft voor het zindelijk worden. Als kinderen iets moeten doen wat ze eigenlijk niet leuk vinden, gaan ze zich verzetten. Daardoor kan de training langer duren.

Elk kind is anders en is op een ander moment klaar om zindelijk te worden. Hoe merk je of jouw kindje klaar is om te beginnen met de zindelijkheidstraining? Als het interesse krijgt in zijn eigen poep en plas. Het heeft bijvoorbeeld in de gaten wanneer het poept en plast. Of het wil de luier uit. Ook kan het zijn dat je kindje het naar de wc gaan van anderen begint te bekijken en gaat nadoen. Begin met de training in een rustige periode, niet vlak voor bijvoorbeeld spannende (feest)dagen.

De meeste kinderen krijgen interesse in het plassen op een potje of wc tussen de 1,5 en 2 jaar. Rond de 3 jaar zijn de meeste kinderen overdag zindelijk. Het ook ’s nachts zindelijk zijn, lukt bij de meeste kinderen pas een aantal maanden later. Gemiddeld zijn kinderen dan tussen de 3 en 4 jaar oud. Maar er zijn ook genoeg vierjarigen die nog met een luier slapen.

Tip 2: Begin op het potje!

Als je kind eraan toe is om zindelijk te worden, kun je het best beginnen met een potje. Je kind kan er dan zelf op gaan zitten als het dat wil. Er zijn potjes te koop in de vorm van een dier of een auto. Dat maakt het potje misschien wat aantrekkelijker voor je kindje. Zorg dat je kindje het potje makkelijk kan bereiken. En dat het kleertjes aan heeft die het makkelijk zelf aan en uit kan doen. In het begin kan het handig zijn je kindje alleen thuis een onderbroek te laten dragen. Als je met je kind op stap gaat, gebruik dan nog een luier.

Tip 3: Beloon je kindje tijdens het zindelijk worden

Geef je kind veel complimentjes. Bijvoorbeeld als het tegen je gezegd heeft dat het naar de wc moet, iets op het potje gedaan heeft of het heeft geprobeerd. Laat je kind bijvoorbeeld een sticker plakken en geef een kleinigheidje als het bijvoorbeeld 10x op het potje is gegaan. Blijf rustig en reageer neutraal als er niets komt.

Tip 4: Zet je kindje regelmatig op het potje

Wanneer je je kindje wil helpen zindelijk te worden, is het goed om je kindje regelmatig op het potje te zetten. Bijvoorbeeld als je ziet dat het moet plassen of poepen. Ook kun je vaste momenten hanteren om je kindje op het potje te laten gaan; bijvoorbeeld ’s ochtends na het wakker worden, na het eten, voordat je weggaat en als je thuiskomt. Vraag je kindje ook door de dag regelmatig of het naar de wc moet als het lekker aan het spelen is. Laat je peuter niet te lang op het potje zitten. Enkele minuten is voldoende.

Tip 5: Blijf altijd positief

Als je kindje leert zindelijk te worden, zal het zeker in het begin nog regelmatig voorkomen dat het per ongeluk in de broek plast. Dan is het belangrijk niet boos te worden. Geef ook geen straf. Zelfs wanneer je kind al een tijdje zindelijk is, zijn ‘ongelukjes’ heel normaal. Als je kind bijvoorbeeld fijn aan het spelen is, kan hij of zij te laat zijn om het potje nog te halen.

Tip 6: Voorkom een machtsstrijd

Veel peuters die bezig zijn met de zindelijkheidstraining, maken ook de koppigheidsfase door. Dit betekent dat je kindje vaak zal proberen zijn eigen willetje door te drijven. En dit kan het ook doen bij het plassen of poepen op het potje. Je kindje kan bijvoorbeeld weigeren om op het potje te gaan, alleen om zijn zin te kunnen doordrijven. Het is belangrijk te voorkomen dat het plassen en poepen op het potje een machtsspelletje wordt. Dit doe je door rustig en neutraal te reageren wanneer je kindje niet op het potje wil. Leidt je kindje even af met iets anders en probeer het later opnieuw. Dwing je kind niet om op het potje te gaan. Dit werkt meestal averechts.

>> Lees ook eens: 5x zo voorkom je een machtsstrijd met je peuter.

Tip 7: Laat je kindje ook wennen aan de wc

Het is verstandig om je kind te laten wennen aan de wc. Dit kun je doen door je kindje mee te nemen als je zelf naar het toilet gaat, of door te laten zien hoe een broertje of zusje naar de wc gaat. Op die manier kan je kindje alvast zien hoe dit werkt en hoe je moet doortrekken. Verder kun je een wc bril verkleiner voor je kind kopen en een opstapje neerzetten, zodat het er gemakkelijk op kan klimmen.

Tip 8: Eerst overdag, dan ook ’s nachts!

Wanneer je kindje al een tijdje overdag zindelijk is, kun je gaan oefenen met ook ’s nachts zindelijk worden. Doe dit door je kindje te belonen wanneer het ’s ochtends wakker wordt met een droge luier. Je kunt je kindje hierbij helpen door het voor het slapen gaan nog even te laten proberen om te plassen. Als je kindje vier of vijf keer achter elkaar wakker wordt met een droge luier, kun je proberen de luier weg te laten. Blijf ook dan je kindje te belonen met complimentjes en/of een kleinigheidje.

We hopen dat deze tips je geholpen hebben. Wil je meer weten of heb je nog vragen? Chat met ons! We denken graag met je mee.